Een overschot aan groene stroom: is dat echt zo?
Blog uit de serie 'Energie-eyeopeners', geschreven door lector Jeike Wallinga
Een mijlpaal
Groot nieuws dit jaar op zaterdag 23 april! Voor het eerst wekten we in Nederland meer stroom op via zonnepanelen en windturbines dan dat er op dat moment door ons allen werd gebruikt. Dit gold voor een aantal uren overdag in het weekend. Maar liefst 15 duizend megawatt (MW) werd er op 23 april opgewekt. Mooi nieuws dus, of toch niet? Daar zet ik wel wat vraagtekens bij, omdat je drie belangrijke aspecten rondom de energietransitie stuk voor stuk moet meenemen in wat er op deze zaterdag – een ideale zeildag voor fanatieke zeilers trouwens – in april gebeurde. Want de energietransitie gaat over het opwekken van duurzame energie, maar ook over het verminderen van ons energiegebruik én over de energiebalans op ieder moment.
Verminderen van het energiegebruik
Het elektriciteitsgebruik overdag op die genoemde zaterdag lag rond de 15 duizend MW. Iets meer dan het jaargemiddelde. Het is daarnaast goed om te weten dat we in Nederland minder dan een vijfde van al onze energie in de vorm van elektriciteit gebruiken. Ook op deze zaterdag werd er dus heel veel (voornamelijk) fossiele energie gebruikt in bijvoorbeeld (vracht)auto’s, gasfornuizen en fabrieken. En hoe meer we daarvan de komende jaren elektrisch zullen maken, hoe groter onze vraag naar groene elektriciteit zal zijn. En daarvan hebben we dus nu al meestal lang niet genoeg. Want ieder moment dat er geen recordopbrengst van zon en wind is – zoals op die bewuste zaterdag van 23 april – vullen we ook ons elektriciteitsgebruik aan met fossiele bronnen.
Kan dat: minder gebruiken?
Willen we écht een verschil maken, dan zullen we dus minder elektriciteit moeten gebruiken om de CO₂-uitstoot te beperken. Dat kan dan op twee manieren. De meest besproken manier is: wat we doen efficiënter doen (bijvoorbeeld door te isoleren en efficiëntere processen in onze fabrieken). De andere manier is veel directer én die is van iedereen: maak keuzes die tot minder gebruik leiden. Ook met een elektrische auto die dan op papier op groene stroom rijdt, helpt zuiniger rijden om minder CO₂ uit te stoten. En op de fiets gaan is ook voor de elektrische rijder nog steeds een groenere keuze.
Opwekken van duurzame energie
In Nederland gebruiken we verschillende energiedragers. Het grootste deel van deze energiedragers is fossiel, zoals de op olie gebaseerde producten benzine en diesel en ook kolen en aardgas. Al die genoemde producten zijn voorbeelden van manieren waarop de natuur energie heeft opgeslagen, miljoenen jaren lang. Maar in slechts 200 jaar tijd gebruikten we – vooral in Europa en Noord-Amerika – al een groot deel van die bronnen. Bij de verbranding ervan komt CO₂ vrij en de toename van de CO₂-concentratie in de lucht is de grootste oorzaak van de klimaatverandering.
Duurzame elektriciteit oogsten we met windmolens en zonnecellen. Als wind en zon tegelijkertijd flink hun best doen, krijgen we op zo’n moment dus relatief veel elektriciteit binnen. De weerssituatie op 23 april was uitzonderlijk: een forse wind plus héél veel zon, die zo eind april ook flink veel kracht heeft. Op een windstille winterdag is de opbrengst duurzame elektriciteit een stuk kleiner of zelfs bijna nul.
Energiebalans
Een van de grootste uitdagingen voor duurzame energiebronnen is dus dat ze niet op commando aan gaan. Met goede weersvoorspellingen weten we wel wat we ervan kunnen verwachten, maar als het windstil is, dan wordt er geen windenergie opgewekt en ’s nachts leveren zonnepanelen op hun beurt geen elektriciteit. Opwekpieken nodigen uit om het teveel aan stroom te bewaren. Technisch kan dat in de vorm van waterstof of met batterijen. Om dat voor elkaar te krijgen, hebben we extra spullen nodig. Van elektrolysers, brandstofcellen, opslagvaten tot batterijen. Maar juist het maken daarvan kost ook weer veel energie. Zo’n infrastructuur heeft daarom alleen zin, als je haar ook écht flink gaat gebruiken: groene waterstof maken van overschotten groene stroom, dat is in Nederland de komende jaren nog een utopie.
“Op die ideale zeildag in april wekten we voor het eerst meer groene stroom op dan we gebruikten. Een reminder voor al die dagen waarop dit omgekeerd is, mét minder wind of zon: je bespaart altijd direct CO₂ als je minder elektriciteit gebruikt, ook als deze elektriciteit op papier groen is.”
Omdraaien
De feestelijke mijlpaal van 23 april betekent dat die dag voor het eerst alle elektrische auto’s die hun batterijen vullen en alle warmtepompen die onze huizen verwarmen niet direct bijdroegen aan extra uitstoot van CO₂. Het betekent echter ook dat we op al die dagen met minder wind of minder zon nog altijd minder groene stroom opwekken dan we gebruiken. En dus blijft het belangrijk dat we blijven beseffen dat je meteen CO₂ bespaart als je minder elektriciteit gebruikt, zelfs als er lokaal op jouw dak meer dan genoeg wordt opgewekt voor jouw huishouden.
Record-opwek versus record-droogte
De uitdaging voor ons allen is om op korte termijn een stap te maken naar minder uitstoot. Want naast een record-opwek is ook record-droogte een gevolg van klimaatverandering en aan de orde van de dag. Dat raakt alles. Ik durf de stelling aan dat iedereen door andere keuzes te maken bij kan dragen aan de energietransitie. Dus hoe draag jij jouw steentje bij aan de energietransitie?