‘In Turkije heb je als docent een andere status’
Sinds enkele jaren verzorgt Windesheim een onderwijstraject waarmee statushouders zich kunnen oriënteren op het docentschap in exacte vakken. Zeynep uit Turkije volgt dit onderwijstraject en is vastbesloten om weer te gaan werken als wiskundedocent, maar nu in Nederland.
Zeynep is 3,5 jaar in Nederland, woont met haar gezin in Almelo en is afkomstig uit Turkije. Ze was wiskundedocent in Istanbul waar ze ongeveer tien jaar lesgaf aan kinderen tussen de 12 en 18 jaar op een middelbare school. Dat deed ze met veel plezier want ze heeft passie voor het vak. Ze vertelt dat ze behoorlijk zenuwachtig was toen ze zich had aangemeld voor het oriëntatietraject bij Windesheim. ‘Eerst was er een intakegesprek met de docenten Ines en Sanne over mijn ervaring als wiskundedocent in Turkije en wat ik tot nu toe allemaal in Nederland had gedaan voor de taal. Toen ik wachtte op het appje of ik mocht meedoen, was ik heel zenuwachtig. Toen ik het binnenkreeg was ik echt blij want ze hadden binnen vijf minuten gereageerd. Ik had niet verwacht dat ze zo snel zouden antwoorden.’ Zeynep vertelt dat het best zwaar is in haar situatie om mee te doen aan het project. ‘Ik ben ook moeder van een dochter en een zoon, huisvrouw en daarnaast moet ik me ook ontwikkelen. Gelukkig, staat mijn gezin achter me en komt het altijd goed,’ vertelt ze lachend.
Andere status als docent
Naast het leren van de Nederlandse taal zijn volgens Zeynep het leren van vaktaal en vakinhoudelijke kennis belangrijke onderdelen van het oriëntatietraject. ‘Zowel taal- als vakdocenten hebben aan mijn ontwikkeling bijgedragen.’ * In de periode september tot afgelopen februari lag het accent tijdens de online lessen volgens haar vooral op de Nederlandse taal. Drie dagen per week volgde Zeynep de lessen. Ze vindt Nederlands een pittige taal om te leren. ‘Als je tussen de tien of twintig jaar oud bent is het veel makkelijker. Leeftijd is erg belangrijk bij het leren van een nieuwe taal’, verzekert Zeynep. ‘Grammatica gaat heel goed maar de taal in de praktijk brengen, vind ik lastiger.’ Naast de taal zijn ook de culturele verschillen met Turkije groot. Dat geldt ook voor de cultuur op school. ‘In Turkije heb je een andere status als docent. Een docent heeft meer macht. Maar ook de manier van lesgeven is daar totaal anders. Hier legt een docent bijvoorbeeld 15 minuten wat uit en daarna gaan leerlingen aan de slag. In Turkije ben je als docent tijdens een les een uur lang doorlopend aan het woord. Het systeem is daar meer gericht op het halen van proefwerken en toetsen door de leerlingen. De vragen van leerlingen zijn ook hoofdzakelijk daar op gericht. In Nederland doet de leerling meer ervaring op door het zelf onderzoeken en ondervinden.’
Stilte
Zeynep noemt het stagelopen een heel belangrijk onderdeel van het oriëntatietraject. Ze was best zenuwachtig toen ze haar eerste les moest geven. Na afloop vroeg ze aan de klas of de leerlingen de les hadden begrepen. ‘Het bleef stil’, vertelt ze. Volgens haar zouden leerlingen in Turkije altijd op zo’n vraag van de docent reageren. Toen ze het later aan haar dochter vertelde, zei ze dat het in haar klas ook vaak stil blijft na een dergelijke vraag van een docent. Dat antwoord stelde Zeynep gerust. Wel hoorde ze van haar stagebegeleiders dat haar lestempo nog wat hoger mocht. ‘Dat komt door de taal. Als ik nog beter Nederlands leer spreken dan ligt mijn lestempo automatisch veel hoger’, legt Zeynep uit.
Zelf ondervinden
Zeynep noemt het oriëntatiejaar belangrijk voor haar. ‘Ik heb nu een officiële naam als docent, zo voelt het.’ Het contact met haar klasgenoten helpt haar. ‘We geven elkaar ook feedback. Mijn klasgenoten vinden mij als docent enthousiast en vrolijk. We helpen elkaar en geven elkaar tips over hoe je goed kunt lesgeven, bijvoorbeeld door goed in de klas te observeren.’ Naast de taal leert zij ook veel over de didactiek. ‘We leren hoe er in Nederland wordt lesgegeven, over het gedrag van leerlingen, hoe ze reageren, hoe docenten met leerlingen omgaan. Daarom vind ik stagelopen ook zo belangrijk, om het zelf te kunnen ondervinden.’
De grote wens van Zeynep is om weer zelfstandig aan de slag te gaan als wiskundedocent aan een middelbare school ergens in Nederland. Waar maakt haar niet zo gek veel uit. De route daarnaartoe ziet ze duidelijk voor zich: eerst aan de slag als onderwijsassistent en daarna verder als wiskundedocent. ‘Ik wil graag mijn toekomst hier in Nederland opbouwen als docent.’
* De studenten krijgen bij de NT2-afdeling van Windesheim een intensief traject Nederlands voor anderstaligen, inclusief vaktaal.
De persoon die is geinterviewd, wilde liever niet haar echte naam gebruiken en koos voor de naam Zeynep.
Het interview met Zeynep is deel 2 in een korte serie over het oriëntatietraject voor statushouders.
Lees ook deel 1 waarin een interview met de docenten Sanne en Ines
In het afsluitende deel 3 een interview met lector Sjiera de Vries. Zij vertelt over het begeleidende onderzoek van het project vanuit het lectoraat Sociale Innovatie.
Lees meer over de oriëntatie op onderwijs voor statushouders
Vragen over dit nieuwsbericht?
Stel ze aan de Newsroom via newsroom@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad)