Nieuwe lector Goed Leven met Dementie wil vooral kijken naar wat mensen nog wél kunnen
Van dierwetenschappen, het RIVM tot lector – in een notendop de (beroeps)bio van de kersverse lector Goed Leven met Dementie, Simone de Bruin. Dierwetenschappen zul je denken? Ja, want aan Wageningen University promoveerde zij op een onderzoek naar zorgboerderijen voor mensen met dementie. Een doelgroep waar zij van jongs af aan al voor warmliep: “Tijdens een bijbaantje in het verzorgingshuis ontdekte ik hoe je met iets kleins toch een verschil kunt maken. En dat is ook wat ik als lector wil doen: blijven kijken naar wat mensen nog wel kunnen én vooral hen centraal blijven stellen.”
Tot eind 2020 bestond bij hogeschool Windesheim het lectoraat Innoveren met Ouderen, dat samen met ouderen onderzoek deed naar het ontwikkelen van leeftijdsvriendelijke diensten en producten. Waardevol onderzoek, dat uiteraard ook de doelgroep met dementie omvatte. Toch besloot de hogeschool zijn focus te verleggen van de brede ouderenzorg naar dementie.
Meer mensen met dementie – meer kennis
Want elk uur komen er in Nederland 5 mensen met dementie bij. En het aantal mensen met dementie is door de vergrijzing al vervijfvoudigd: van 50.000 in 1950 tot ruim 280.000 nu. Een aantal dat de komende 25 jaar zal verdubbelen tot meer dan een half miljoen.* Ook in de regio bleek er grote behoefte te bestaan aan meer kennis rondom de specifieke zorg aan mensen met dementie. Het resultaat is het nieuwe Windesheimlectoraat Goed Leven met Dementie dat in januari 2021 van start ging: het moment dat ook de nationale dementiestrategie 2021-2030 van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in werking trad.
De ‘zoomende’ lector
En op 1 januari trad ook de nieuwe lector, Simone de Bruin, in dienst en zette zij haar eerste schreden binnen Windesheim als kartrekker van het net opgerichte lectoraat. Online dat wel, want coronamaatregelen blijven het fysiek werken op de campus tot een minimum beperken – ook voor nieuwbakken lectoren. Volgens De Bruin heeft dat zijn voor- en nadelen: “Natuurlijk is het niet altijd even makkelijk je eigen onderzoeksgroep via Teams en Zoom te leren kennen, maar het thuiswerken biedt mij ook de flexibiliteit om veel mensen online te spreken, wat in de opstartfase een pluspunt is. Bovendien ben ik het ook wel gewend vanuit mijn eerdere baan bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Daar leidde ik onder meer een Europees project op het vlak van innovatie in de ouderenzorg, waar wel veertig internationale collega’s aan meededen: dus ik weet hoe het is om op afstand een team aan te sturen, ook voor corona-lockdowns!”
Dierwetenschappen?
Bij het RIVM deed De Bruin ook verder onderzoek naar zorgboerderijen voor mensen met dementie, het onderwerp waarop ze in 2009 bij Wageningen University promoveerde. De universiteit waar ze in 2001 ook in de richting gezondheidswetenschappen was afgestudeerd. “Voor mijn promotietraject kwam ik toen bij het departement dierwetenschappen terecht, want zulke zorgboerderijen waren toen nog een vrij nieuw fenomeen, én nog niet echt in de gezondheidswetenschappen zelf ingebed. Ik belandde er, met mijn interesse voor mensen – specifiek de zorg voor ouderen – dus tussen collega’s met vooral een beroepsmatige interesse in dieren. Dat was even pionieren, maar het heeft me ook veel gebracht, zoals samenwerken met mensen uit andere disciplines, het samenbrengen van verschillende instanties en mensen én het netwerken met uiteenlopende organisaties.”
De mens niet vergeten
En het samenbrengen van en samenwerken met mensen, dat is voor De Bruin van belang. Ook en vooral mét de mensen om wie het gaat. Dat laatste is dan ook de reden dat de nieuwe lector ooit voor dit vakgebied koos en waarom ze de overstap maakte van het RIVM – waar ze meer met overkoepelend beleid bezig was – naar praktijkgericht onderzoek binnen een hogeschool: “Ooit had ik een bijbaantje in een verzorgingshuis. Daar was een oudere dame die haar thee altijd liever in een theekopje wilde en níét in een koffiekopje. Voor haar zat daar echt een groot verschil tussen. Dat ik dat op een zeker moment wist te onthouden, daar was zij toen zo blij mee. En dat vond ik zo bijzonder, dat je met iets ‘kleins’, zoals de juiste aandacht, echt zo’n verschil kon maken in iemands leven. Dat je de mens achter dementie dus vooral niet mag vergeten. En dat is nu juist een van de speerpunten van het nieuwe lectoraat.”
Denken in mogelijkheden
“En die aandacht, die wordt steeds belangrijker,” zo vervolgt de lector haar verhaal: “want het aantal mensen met dementie neemt sterk toe. En een groot deel van hen woont thuis. We krijgen er dus steeds meer mee te maken. Niet alleen (toekomstige) professionals, maar ook binnen de familie, de vriendenkring, in de wijk, bij een vereniging of in winkels. Wij vinden het nodig dat naast de uitdagingen die dit met zich meebrengt, er ook aandacht is voor wat er nog wél kan. Aandacht voor behoud van autonomie, inclusie, participatie, waardigheid, zingeving en het welbevinden. Dit doen we bijvoorbeeld door het ontwikkelen en implementeren van methodieken die je als zorgprofessional kunt gebruiken om erachter te komen wat belangrijk is voor mensen met dementie.”
Van innovaties tot cultuursensitieve zorg
Verder wil het lectoraat gaan kijken naar de toegang van zorg voor bijvoorbeeld mensen met een migratieachtergrond, de cultuursensitieve zorg en de organisatie van de zorg – denk aan afstemming tussen zorg- en welzijnsprofessionals onderling, maar ook met mantelzorgers. “En niet te vergeten,” zo de lector tot slot: “innovaties in de zorg- en leefomgeving, waar ik mijn expertise rondom innovatieve dagbestedingsvormen, zoals zorgboerderijen, kan inbrengen.”
Lees meer over het lectoraat Goed Leven met Dementie
*Zie website(opent in nieuw tabblad) Alzheimer Nederland
Vragen over dit nieuwsbericht?
Stel ze aan de Newsroom via newsroom@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad)