Lichaamsbeleving bij eetstoornissen. Naar een integratie van esthetische en functionele aspecten

Het promotieonderzoek gaat over de diagnostiek en de behandeling van de negatieve lichaamsbeleving bij mensen met een eetstoornis en daarin specifiek de rol van de functionele lichaamsbeleving.

• Lectoraat: Bewegen, Gezondheid en Welzijn
• Betrokken onderzoekers:Dr. Marlies Rekkers, psychomotorisch therapeut & GZ-psycholoog
• Status: afgerond
• Partners: Universiteit Utrecht

Betrouwbare en valide meetinstrumenten

Een negatieve lichaamsbeleving kan worden opgevat als een primair en essentieel aspect van een eetstoornis. Het verwerven van een positieve lichaamsbeleving is dan ook een belangrijk herstelcriterium. Het adequaat behandelen van de negatieve lichaamsbeleving is een belangrijk speerpunt in de behandeling van eetstoornissen binnen de psychomotorische therapie (PMT). Het onderzoek levert een bijdrage aan het verbeteren en vergroten van de kennis ten aanzien van zowel de diagnostiek als de behandeling van de negatieve lichaamsbeleving bij eetstoornissen door psychomotorisch therapeuten. Om de lichaamsbeleving diagnostisch goed in kaart te brengen en behandelinterventies te evalueren is het belangrijk dat psychomotorisch therapeuten kunnen beschikken over betrouwbare en valide meetinstrumenten; daarnaast behoeft de PMT wetenschappelijke evidentie voor psychomotorische interventies. 

Doel en uitvoering

Het onderzoek heeft drie doelen. Ten eerste worden de psychometrische eigenschappen van 2 relevante meetinstrumenten t.a.v. het meten van lichaamswaardering onderzocht; te weten de Body Cathexis Scale (BCS) en de Functionality Appreciation Scale (FAS).
Ten tweede wordt de opbouw en inhoud van het behandelprotocol Positieve lichaamsbeleving (PLB) beschreven, waarbinnen de focus ligt op het aanbieden van positieve lichaamsexposure. Het vernieuwende aan het protocol PBL betreft het gegeven dat de lichaamsexposure niet alleen gericht is op de uiterlijke (esthetische) waardering van het lichaam, maar ook op de functionele waardering van het eigen lichaam. Ten derde is het doel om de klinische toepassing van het protocol PBL in een evaluatiestudie te onderzoeken.

Uitkomsten

• De Nederlandse versies van de BCS en de FAS hebben een solide betrouwbaarheid en validiteit en zijn daardoor goed bruikbaar voor PMT om zowel esthetische als functionele lichaamswaardering te meten in de klinische praktijk.
• Vrouwen uit de niet-klinische onderzoeksgroep vergeleken met de vrouwen uit de klinische onderzoeksgroep (eetstoornissen) rapporteerden een significant positievere lichaamswaardering voor de totaalscores van de BCS en de FAS en ook voor de subschaalscores van de BCS met hoge effectgroottes.
• Het evaluatieonderzoek met een klinisch sample laat zien dat de interventie met het protocol PBL leidt tot significant positieve veranderingen in lichaamsbeleving (waardering en attitude), eetpathologie en depressieve symptomen. Op basis van deze resultaten hebben we geconcludeerd dat positieve lichaamsexposure, waarbinnen zowel esthetische als functionele lichaamsbeleving gecombineerd worden, een veelbelovende aanpak is

Meer weten? 

Neem contact op met: Dr. Marlies Rekkers, psychomotorisch therapeut & GZ-psycholoog
E-mail: mrekkers@cs.com(opent in nieuw tabblad)