Onderzoeker Marieke Veltman promoveert op wickedness in het hoger onderwijs
Eén van de grote uitdagingen voor het hoger onderwijs is het opleiden van studenten tot professionals die kunnen bijdragen aan de gezamenlijke inspanningen om complexe, zogeheten ‘wicked’ vraagstukken aan te pakken. Onderzoeker Marieke Veltman, van het lectoraat Onderwijsinnovatie en ICT, ontwikkelde tijdens haar promotietraject handvatten die curriculumontwerpers en docenten kunnen ondersteunen in deze opgave. Marieke promoveert op 24 september aan de Universiteit van Amsterdam.
Wickedness in het curriculum
Ter voorbereiding op de beroepspraktijk werken hbo-studenten tijdens hun opleiding in toenemende mate aan complexe vraagstukken. Denk aan uitdagingen op het gebied van duurzaamheid, technologische ontwikkelingen, eenzaamheid en kansenongelijkheid, waarop geen eenduidig antwoord te geven is. Vaak zijn dit authentieke vraagstukken, aangedragen door opdrachtgevers uit het werkveld, waar opleidingsoverstijgend aan gewerkt wordt. Deze vraagstukken worden gekenmerkt door waardeverschillen tussen de betrokken partijen, complexiteit en onzekerheid. De combinatie van deze drie dimensies noemen we ‘wickedness’, vertelt Marieke.
“Vraagstukken met zogeheten kenmerken van ‘wickedness’ zullen steeds meer ingrijpen in ons werk en leven. Studenten moeten daarom al tijdens hun studie de ruimte krijgen om te leren navigeren door deze dimensies. Dat vraagt om aanpassingsvermogen, het integreren van meerdere invalshoeken, het samenwerken over de grenzen van disciplines, organisaties en praktijken heen, en het benutten van verschillende perspectieven.”
Een dubbele uitdaging
Bij het aanpakken van vraagstukken met kenmerken van ‘wickedness’ staan betrokkenen voor een dubbele uitdaging. Marieke: “Enerzijds gaat het om leren over het vraagstuk, anderzijds om manieren vinden om gezamenlijk in actie te komen.” De verschillen tussen betrokkenen –denk aan verschillen in werkwijzen, perspectieven of jargon tussen werkvelden– vormen hierbij vaak obstakels. Maar het zijn juist die verschillen die kansen bieden voor het oplossen van problemen en voor innovatie. De gezamenlijke inspanningen om deze grenzen te overbruggen, ook wel ‘boundary crossing’ genoemd, kunnen bijdragen aan een adaptief, participatief en transdisciplinair proces.
Marieke illustreert dit met een voorbeeld: “Ik bezocht een project waar studenten de opdracht kregen om samenwerking te verkennen tussen een lokale voedselbank en een hulporganisatie voor maatschappelijk werk. De voedselbank werd gerund door gepassioneerde vrijwilligers die trots zijn op wat ze doen. De hulporganisatie wilde met maatschappelijke dienstverlening zorgen dat mensen zo zelfstandig mogelijk konden leven en dat hulp van de voedselbank overbodig werd. Deze visies botsten, en er was geen duidelijke oplossing. De studenten organiseerden een bijeenkomst met de vrijwilligers van de voedselbank, sociale diensten en een beleidsmedewerker van de gemeente, en slaagden erin een samenwerkingsproces te starten om stedelijke armoede aan te pakken. Ze ontwikkelden een formulier. Samen met een maatschappelijk werker werd dit formulier tijdens een intakegesprek bij de voedselbank ingevuld. Met als resultaat dat de hulporganisatie nu inzicht heeft in andere hulpbehoeften van cliënten, naast de directe voedselhulp.”
Ontwerpprincipes en docentstrategieën
Studenten ervaren spanning wanneer ze te maken krijgen met de onvoorspelbaarheid van ‘wicked’ vraagstukken en de samenwerking met verschillende partijen. “Als die spanning te hoog oploopt, kan dat leiden tot vermijdingsgedrag van studenten. Daarom is het belangrijk dat docenten alert zijn op wat er op studenten afkomt en het op tijd signaleren als ze ‘in de kramp’ schieten. We willen vermijden dat dit ten koste gaat van een participatief, adaptief en transdisciplinair proces. Een procesgerichte aanpak is hierbij belangrijk, evenals het organiseren van gezamenlijke reflecties op grensinteracties, het liefst mét de betrokken stakeholders” legt Marieke uit.
Het is voor docenten een voortdurende balanceer-act: structuur bieden én wickedness verwelkomen. Dit vraagt om een flexibel curriculum dat ruimte biedt om in te spelen op hoe het leerproces en het proces van probleemoplossen zich ontvouwen. Marieke: “Docenten kunnen studenten ondersteunen door hen uit te nodigen tot een open verkenning van het vraagstuk en de probleemcontext. Ze kunnen studenten helpen bewust worden van de grenzen die tussen verschillende partijen bestaan. Het kan helpen om bijeenkomsten te organiseren met verschillende stakeholders -betrokken partijen uit het werkveld en de samenleving. Daarnaast kunnen docenten studenten een zetje geven om de eerste contacten te leggen met deze partijen. Ook is het belangrijk dat docenten actieve participatie aanmoedigen van betrokkenen tijdens het proces."
Promotie
Op 24 september sluit Marieke Veltman haar promotietraject af bij de Universiteit van Amsterdam. De verdediging van haar proefschrift vindt om 13:00 plaats in Amsterdam.
Wil je haar verdediging volgen? Dat kan via de livestream.(opent in nieuw tabblad)
Vragen over dit nieuwsbericht?
Stel ze aan de Newsroom via newsroom@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad)