Naar cookie instellingen Hoofdinhoud Hoofdnavigatie

Onderzoeker Bruno Oldeboom promoveert op klassenmanagement

  • 15 oktober 2024
Banner image
  1. Home(opent in nieuw tabblad) /
  2. Nieuws(opent in nieuw tabblad) /
  3. Onderzoeker Bruno Oldeboom promoveert op klassenmanagement

Op 17 oktober promoveert Bruno Oldeboom op klassenmanagement. In zijn proefschrift beschrijft hij wat er nodig is om als onderwijzer een goede en veilige sfeer te creëren. Voor zijn onderzoek nam hij curricula van verschillende lerarenopleidingen onder de loep met de vraag of studenten goed worden voorbereid op de complexe opgave van klassenmanagement in de lespraktijk. Bruno is als onderzoeker betrokken bij het lectoraat Onderwijsinnovatie en ICT.

Wat is klassenmanagement?

Net afgestudeerde studenten ervaren de sprong vanuit de opleiding naar de beroepspraktijk als groot. Dat zorgt ervoor dat studenten soms kritisch terugkijken op hun opleiding. De grootste uitdaging waar ze mee te maken krijgen, is dan ook niet te onderschatten: het creëren van een veilig, uitdagend klasklimaat vanuit een onderwijsopdracht voor een klas vol leerlingen die allemaal hun eigen verlangens en wensen hebben. Al die belangen en verlangens botsen af en toe. Het gevolg hiervan is dat studenten zich handelingsverlegen kunnen voelen als ze voor de klas staan.

“Studenten gaan vanaf hun eerste jaar naar stagescholen om de praktijk te ervaren. Ondanks dat ze dit vier jaar lang doen, hebben sommige net afgestudeerden toch het gevoel onvoldoende voorbereid te zijn,” vertelt Bruno. “Tijdens mijn promotietraject heb ik onderzocht hoe klassenmanagement is opgenomen in het curriculum van een lerarenopleiding. Na de eerste stappen in mijn onderzoek begon ik mij af te vragen wat klassenmanagement eigenlijk is. Als je ‘klassenmanagement’ op internet zoekt of vijf leraren en vijf lerarenopleiders vraagt wat dit betekent, krijg je allemaal verschillende antwoorden. Mijn onderzoek begint dan ook bij het begrijpen wat klassenmanagement nou eigenlijk inhoudt en hoe dat terugkomt in het curriculum."

"In het promotieonderzoek gebruik ik vijf kenmerken voor klassenmanagement: fysiek, relatie, inhoud, regels en organisatie. Het zijn vijf punten van de les waarop het handelen van leraren gericht is. Voor de praktijk van het opleiden van leraren heb ik een praktisch model ontwikkeld: het didactisch klaverblad. In het didactisch klaverblad zijn er vier kenmerken overgebleven. De eerste vier letters maken samen het woord FRIS: Fysieke factoren, Relatie, Inhoud, Structuur.”

Het fluisterspel: Beoogd, uitgevoerd en bereikt curriculum

Voor het onderzoek naar hoe het klassenmanagement volgens deze vijf kenmerken terugkomt in het curriculum, gebruikt Bruno het onderscheid tussen drie curricula. Het beoogde curriculum staat voor de formele doelen van het onderwijs. Het uitgevoerde curriculum staat voor hoe opleiders invulling geven aan het onderwijsaanbod en het bereikte curriculum gaat over wat leren en ervaren de studenten? 

“In mijn promotieonderzoek heb ik onderzoek gedaan hoe de boodschap van ‘klassenmanagement’ van het beoogde curriculum via het uitgevoerde curriculum naar het bereikte curriculum gaat en is dan de boodschap nog hetzelfde? Wat opvalt is dat de boodschap van klassenmanagement onderweg vervormt raakt. Wat er onderweg met de boodschap over klassenmanagement gebeurt, lijkt wat dat betreft op het fluisterspel. De oorspronkelijke zin en de zin die de laatste persoon op een rij heeft doorgekregen verschillen altijd,” legt Bruno uit.  

“Het werd duidelijk dat de meeste lerarenopleidingen gemiddeld drie kenmerken opnemen in hun curriculum in plaats van de vijf kenmerken die ik in mijn proefschrift onderscheid. Ook werd duidelijk dat er meer aandacht kan naar de samenhang tussen kenmerken, zodat aanstaande leraren beter leren begrijpen hoe tijdens de les alles met alles te maken kan hebben.”

Meer samenhang en concreetheid nodig

Het proefschrift van Bruno heeft uiteindelijk twee adviezen voor lerarenopleiders. Want uiteindelijk was dat ook het doel van dit onderzoek: iets maken waar zijn collega lerarenopleiders iets aan hebben en mee aan de slag kunnen. 

“Het eerste advies gaat over samenhang. Het is vooral belangrijk dat studenten leren dat de vijf kenmerken van klassenmanagement iets met elkaar te maken hebben. Het zijn als het ware communicerende vaten. Als er iets wordt gewijzigd op het gebied van één kenmerk, dan gebeurt er ook iets bij de anderen. Denk bijvoorbeeld aan toename of afname van de complexiteit van de leerstof (inhoud). Dit heeft meteen consequenties voor je relatie met de leerlingen in de groep en voor de structuur die docenten hanteren in de les. Als een docent de taak makkelijker maakt, is de kans groot dat een grote groep in de klas het sneller snapt. Daar anticipeert een docent op door bijvoorbeeld af te spreken met deze snellere leerlingen: als je klaar bent, ga je stillezen. Omdat anders de kans groot is dat deze groep zich gaat vervelen en storend gedrag gaat vertonen voor de rest van de klas die de taak nog moet afmaken. Deze samenhang kunnen we meer benadrukken binnen de lerarenopleiding.”

“Het tweede advies gaat over taalgebruik. Want welke woorden gebruiken we om die complexiteit in de praktijk duidelijk te maken? Uit mijn onderzoek naar taalgebruik in het beoogde en uitgevoerde curriculum kwam naar voren dat we vrij snel naar abstract taalgebruik grijpen. Zo legde een lerarenopleider bijvoorbeeld uit: ‘Ten behoeve van sociale veiligheid binnen de groepsdynamiek is het van belang om voor een strakke organisatie van je les te zorgen’. Dit is abstract taalgebruik. Voor eerstejaars studenten kan het helpen om te praten over: de manier waarop leerlingen in de klas met elkaar praten en of leerlingen zich daar prettig bij voelen. Zo zeg je hetzelfde, maar in concrete taal. Dat is iets waar studenten behoefte aan hebben. Door de taal concreet te maken, wordt de theorie die wij als lerarenopleiders proberen over te brengen óók concreet. Zonder afbreuk te doen aan de complexiteit van klassenmanagement: niet versimpelen, maar concretiseren.”

Bruno Oldeboom promoveert op 17 oktober 2024 om 16.00 uur bij de Open Universiteit te Heerlen. Meer lezen over zijn onderzoek? Na de promotie is het proefschrift te downloaden op www.boldeboom.com(opent in nieuw tabblad).

Delen via:

Vragen over dit nieuwsbericht?

Stel ze aan de Newsroom via newsroom@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad)

Laatste nieuws

Teaser image

De twee gescheiden werelden van psychiatrie en kanker

18 november 2024
Teaser image

Nieuwe mbo-keuzedeel geeft inzicht in 63% van alle bedrijven

12 november 2024
Teaser image

Ontwikkeling hbo-master Human Capital Innovatie

11 november 2024
Teaser image

Nieuwe directeur Kenniscentrum Bewegen & Educatie

7 november 2024
Teaser image

Windesheim staat met tweede plaats in Keuzegids HBO tien jaar aan de top

7 november 2024