Wat heb je aan diversiteit op de werkvloer?
Diversiteit, dat is toch dat je niet alleen maar witte mannen aanneemt, dacht Emma van den Berg student Human Resource Management voor ze aan haar afstudeeronderzoek over diversiteit begon. Emma deed onderzoek naar de vraag hoe divers haar stagebedrijf is. Gaandeweg kwam ze erachter dat diversiteit ingewikkelder is dan de media het soms doen lijken...
Eerste indruk van stagebedrijf
Ik liep door de kantoortuin en logistieke ruimtes met allerlei mensen die hard aan het werk waren. Het eerste wat me opviel was dat ze op elkaar leken, het waren voornamelijk witte mannen. Dat is precies de groep mensen waar de media het altijd over heeft als ze het hebben over een gebrek aan diversiteit op bijvoorbeeld werkplekken. Ik vroeg me af of dat het hele verhaal is, dat diversiteit alleen gaat over geslacht en huidskleur. Daarom wilde ik daar graag mijn afstudeerproject over doen.
Waar gaat diversiteit eigenlijk over?
Dat was ook mijn vraag! Ik dacht dat ik het wel wist, maar het onderwerp bleek veel groter dan ik dacht. Ik vroeg verschillende mensen wat ze vonden wat diversiteit was, zoals mijn ouders. Ze konden niet precies zeggen wat het betekent. In hun generatie speelde dat onderwerp ook niet zo. Ik merkte bij mijn stagebedrijf dat zij het ook moeilijk vonden om te beschrijven wat diversiteit precies voor hun betekent.
Het idee wat diversiteit inhoudt, werd me pas duidelijker tijdens het vak HR en de Inclusieve Organisatie van docent Joost van der Weide. We gingen langs bij een organisatie die inzet op diversiteit en inclusie. Zij helpen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan werk. Het was een indrukwekkende ervaring.
Het vak HR en de Inclusieve Organisatie is een vak dat rechtstreeks uit praktijkgericht onderzoek voortkomt. Daarom is het vak gebaseerd op de laatste ontwikkelingen in de praktijk én de wetenschap. Joost van der Weide is namelijk naast de docent van dit vak, ook onderzoeker. Hij is lector van het lectoraat Sociale Innovatie.
Diversiteit in de praktijk
Het belangrijkste wat ik leerde van het bezoek aan de inclusieve werkgever, is dat een groep mensen die er van buiten hetzelfde uitziet, toch heel divers kan zijn. Zo begeleiden ze bijvoorbeeld mensen met een aandoening of beperking, werklozen en statushouders. Dat is dus ook diversiteit!
Ik was onder de indruk van de ontspannen sfeer en het feit dat elke medewerker op zijn eigen manier aan het werk kon. De één werkte in een rumoerige ruimte waar werd gekletst, een ander had behoefte aan meer rust en kon apart zitten met zijn koptelefoon op. Degenen die begeleiding nodig hadden, kregen dat.
Nut van diversiteit
Dankzij het vak heb ik geleerd dat je, door het creëren van een gemoedelijke sfeer waar iedereen welkom is, de productiviteit bevordert. Daar is vertrouwen van werkgevers en verantwoordelijkheid van werknemers voor nodig. Op die manier kan iedereen aan de slag.
Er zit zoveel potentie in deze mensen en soms is het lastig om dat te zien. Zo werkte er bij de inclusieve werkgever waar we op bezoek gingen een dove man. Normaal gesproken is het lastig om contact te krijgen met zo iemand, want je spreekt eigenlijk een andere taal. Maar een klasgenoot kon gebarentaal en ging in gesprek met hem. Dat was mooi om te zien, want die man was zo overweldigd dat zij met hem kon communiceren. Vaak worden mensen zoals hij vergeten. Dat is zonde, want er zijn genoeg sectoren met tekorten. En het is vervelend voor vergeten groepen, want zij kunnen nergens terecht. Door bewust met diversiteit om te gaan in een bedrijf, boor je hele nieuwe gebieden aan!
Een ander voordeel van diversiteit is het hebben van verschillende perspectieven. Deze verschillen kunnen leiden tot botsingen, maar ze kunnen ook leermomenten en creativiteit bieden. Hierdoor kom je op andere ideeën en oplossingen dan wanneer iedereen op elkaar lijkt en soortgelijke levenservaringen heeft. Door verschillende mensen in dienst te hebben, snap je daardoor ook verschillende soorten klanten beter.
Onderzoekstechnieken
Met enquêtes en data-analyse van het personeelsbestand heb ik onderzocht in welke opzichten de organisatie divers is. Daarbij heb ik het hele grote onderwerp van diversiteit en inclusie klein gemaakt, door te focussen op het aspect diversiteit in religie en inclusie. Dat is namelijk ook een van de manieren waarop een bedrijf divers kan zijn. Uit de data kwam dat er christenen en atheïsten bij het bedrijf werken. Ik kwam er ook achter dat het bedrijf goed scoort op verschillende aspecten van inclusie. Kenmerken van inclusie zijn dat medewerkers zich thuis voelen in hun team, dat ze hun mening goed kunnen uiten en dat ze zich veilig voelen binnen de organisatie.
Ik merkte dat, ondanks dat het onderwerp diversiteit niet echt speelt bij het bedrijf, dat ze wel hun best doen om de horizon van medewerkers te verbreden. Zo komen ze in contact met verschillende bevolkingsgroepen door Oekraïense vluchtelingen aan werk te helpen en door vrijwilligerswerk te doen bij een zorgboerderij voor kwetsbare jongeren. Ik denk dat dit bijdraagt aan hun begrip voor verschillende perspectieven en dus een inclusieve werkomgeving.
Gevoeligheid van diversiteit
Ik heb onderschat hoe gevoelig diversiteit soms kan liggen. Door iedereen er bij te willen betrekken, sluit je soms óók mensen uit. Zo was een van de vragen van de enquête of je je identificeert als ‘man’ of ‘vrouw’. Sommige struikelden over het woord ‘identificeren’. Ze vonden: ‘Je bent iets of niet. Dat heeft niets te maken met identificeren.’ Anderen denken daar natuurlijk weer anders over. Helaas valt die discussie buiten mijn afstudeerproject.
Toekomstig werk
Ik denk dat het altijd belangrijk is om oog te hebben voor diversiteit. Vooral in mijn vakgebied: HR. Het gaat verder dan kleur of geslacht. Inclusief werkgeverschap gaat om het creëren van een werkomgeving waarin iedereen, ongeacht hun achtergrond, zich gewaardeerd en geaccepteerd voelt. Daar hebben niet alleen werknemers wat aan, maar ook werkgevers! Dat zal ik altijd meenemen in mijn toekomstige werk.
Joost van der Weide aan het woord
Ik doe vanuit het lectoraat Sociale Innovatie het project Lokale Ondersteuning Inclusief Werkgeverschap, in samenwerking met de Hogeschool Utrecht en Hogeschool Arnhem en Nijmegen. Veel werkgevers staan open om een diverse groep mensen aan werk te helpen, maar hoe doe je dat op een goede manier?
Wij organiseren netwerkbijeenkomsten, geven advies en delen tools met organisaties die inclusieve werkgevers willen worden. Samen met studenten helpen wij lokale ondernemers om diversiteit en inclusie vorm te geven. Zo geeft Emma bijvoorbeeld inzicht in de samenstelling van haar stagebedrijf. Er zijn ook studenten die organisaties helpen met legale vraagstukken rondom de participatiewet bijvoorbeeld.
Om inclusief werkgever te zijn, is het belangrijk om niet te discrimineren op eigenschappen waar iemand weinig of zelfs niets aan kan doen. Zaken zoals geslacht, achtergrond, huidskleur, leeftijd, intelligentie, etc. Maar ook andere kenmerken zoals overgewicht, verslaving en soms zelfs waarden en normen kunnen onbewust én onterecht meespelen in een beoordeling van iemand tijdens bijvoorbeeld sollicitaties. Een persoon die niet kan lopen, kan bijvoorbeeld prima kantoorwerk doen. En dan ben je er nog niet. Je kunt divers zijn, maar niet inclusief. Zo kun je een diverse club mensen in huis hebben, maar toch alleen mannen in je besluitvorming betrekken. Dat is niet inclusief. Iedereen heeft er profijt van om bij besluitvorming een verscheidenheid aan mensen te betrekken, want verschil verrijkt.
Uiteindelijk wil ik af van de termen diversiteit in inclusie. Het echte vraagstuk dat erachter zit is ‘Hoe kunnen we mensen goed laten functioneren op de arbeidsmarkt?’ Het is belangrijk om daarover het gesprek aan te gaan. Iedereen heeft een gebruiksaanwijzing en ook mensen die meestal niet worden uitgesloten, hebben wat aan een inclusieve werkgever. Zo’n werkgever houdt namelijk rekening met menselijke behoeftes, zoals vertrouwen krijgen, ruimte om werk en privé te balanceren en echt gehoord worden. Als we durven om kwetsbaar te zijn, van de hoogste lagen in een organisatie tot de laagste, dan kun je zoveel beter op elkaar afstemmen. Je zou wel gek zijn om dat níet te willen.