Zorgeloos zwemplezier: een nieuwe jeugdsportvisie op de zwemsport
Hoe kunnen we de jeugdzwemsport kindvriendelijker inrichten? Met die vraag klopte de Koninklijke Nederlandse Zwembond (KNZB) aan bij het Lectoraat Sportpedagogiek. Die vraag komt niet uit de lucht vallen: Sport in zijn geheel loopt terug in ledentallen, zo ook in het zwemmen. Marin Mulder, projectleider binnen de KNZB met de missie de zwemsport aantrekkelijker te maken voor de jeugd, vertelt: “We hebben moeite om mensen te blijven binden en behouden in onze zwemsporten, maar we geloven dat als we van jongs af aan investeren in een beter positief klimaat, dit een positieve impact zal hebben.” Irene Faber, onderzoeker binnen het lectoraat, vult aan: “Hiervoor moeten we de omgeving en de sport anders inrichten zodat meer kinderen meer plezier beleven aan de zwemsport.” Het resultaat is een nieuwe visie op zwemsport. Hoe hebben ze die precies ontwikkeld? Tijd voor een gesprek!
Onderzoek en praktijk horen bij elkaar
“Sportinhoudelijk en de technische kennis, dat hebben we binnen de Zwembond in huis, maar op pedagogisch vlak hadden we meer nodig: Kennis onderbouwt vanuit de wetenschap en onderzoek. Zodoende zijn we de samenwerking aangegaan met het lectoraat,” begint Marin.
Irene haakt hierop in: “Vanuit het lectoraat zijn wij bezig verschillende instrumenten te ontwikkelen om voor kinderen de jeugdsport veiliger en plezieriger te maken. Een voorbeeld hiervan is het Jeugdsportkompas. Voor ons was deze samenwerking een mooie kans om die tools, die we tot nu toe hebben ontwikkeld, in de praktijk te brengen.”
Zo begint de samenwerking waarin praktijk en onderzoek elkaar in het midden ontmoeten. Het hele project is benaderd vanuit het verandermodel van Kötter. Dit houdt in dat je onderaan begint met het creëren van urgentie en het vormen van een team en een visie. Vanuit daar bouw je steeds verder en mondt het geheel uit in erover communiceren en het vervolgens ook toepassen. “We zijn begonnen met echt bij elkaar zitten en stelden onszelf kritische vragen: waarom willen we dit met elkaar? Waar zit die urgentie en behoefte? Op die manier creëerden we draagvlak,” legt Marin uit. Een belangrijk onderdeel hierin is geweest om te verkennen wat er al gebeurde binnen de sport om deze toegankelijker te maken. Zo komt stapje voor stapje een verandering steeds meer in het zicht.
Een nieuwe jeugdsportvisie voor de zwemsport
Gedurende het onderzoek naar mogelijke verbeterpunten, blijkt dat hoewel de jeugd zwemt, de sport niet is aangepast op kinderen. “Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld de afstand die in de Waterpolo wordt gehanteerd voor een strafschot: deze afstand is gebaseerd op hoe ver volwassen kunnen gooien. De afstand is echter te groot voor kinderen om te overbruggen” vertelt Marin. “Met alle bijdrages die we hebben gekregen vanuit verschillende hoeken en inspiratie die we hebben opgedaan, hebben we een nieuwe jeugdvisie op de zwemsport ontwikkeld: Zorgeloos zwemplezier. We hebben hierop feedback ontvangen van trainers, coaches en opleiders en andere betrokkenen bij de jeugdzwemsport.”
“In de visie gaan we uit van vier leidende principes: het kind centraal, plezier voorop, bekwame begeleiding en veilige basis. We werken hier echt aan cultuurverandering en dat kost tijd. Dus we zullen de visie moeten blijven toelichten. Het blijft een lopend proces,” vertelt Irene. Vanaf het begin was Ruben Buijserd, sportkundige en verbinder tussen het lectoraat en de zwembond, aangehaakt om de brug te slaan tussen de theorie en de praktijk. Irene vertelt: “Ruben helpt met de inhoud en stelt kritische vragen zoals wat veranderingen betekenen voor de jeugdsport. Daarnaast kan hij vanuit zijn expertise ook de verenigingen meenemen in het proces, want hoe voer je als je het met elkaar eens bent over de verandering, deze ook nog door naar de praktijk?” Met de visie op papier, is de volgende stap het communiceren en lanceren van deze visie richting de achterban, de verenigingen, leden en in de (vrijwillige) werkorganisatie van de bond.
Hoe nu verder?
Natuurlijk is het identificeren van je valkuilen goed, maar hoe breng je de visie ook verder in de praktijk? Irene: “Om ervoor te zorgen dat de nieuwe visie echt blijft hangen, hebben we een campagne gestart met verschillende tools die we hebben uitgerold. Denk bijvoorbeeld aan een e-learning waarin we de visie vertalen naar de praktijk: wat betekent deze verandering voor mij als ouder of als trainer of als official? Daarnaast maken we video’s en visuele tools waarin we het gedachtegoed verder verspreiden.In de huidige fase is de zwembond bezig om de jeugdsportvisie te vertalen naar vernieuwingen in het aanbod voor jeugdleden en trainers, zoals o.a. de wedstrijdformats en het opleidingshuis. De afgelopen twee jaar hebben we samengewerkt met studenten van Sportkunde. Nu in de vervolgfase van implementatie werken we nog steeds samen met studenten.”
Terugblikkend op het project, heeft Irene een mooie conclusie: “Binnen het project hebben we meer inzicht gekregen in wat werkt en wat nog beperkt. De praktijk is weerbarstig en deze lessen nemen we mee voor de toekomst voor de KNZB, maar ook naar andere bonden.” Die weerbarstigheid blijkt ingewikkeld: een verandering binnen de bond aanbrengen is complex en vergt geduld en een goede aanpak. “Verandering van het pedagogisch sportklimaat heb je niet zomaar veranderd en het is ook niet binnen de duur van zo’n project, 2 jaar, geregeld. We hebben met z’n allen een goede start gemaakt, maar dit is iets waar we aan moeten blijven werken,” besluit Marin.
Meer lezen over de KNZB Jeugdsportvisie? Ga naar www.knzb.nl/jeugdsport(opent in nieuw tabblad)
Vragen over dit nieuwsbericht?
Stel ze aan de Newsroom via newsroom@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad)