Terugblik inspiratieavond Kunst van het lesgeven
“De kunst van het lesgeven: we hebben bewust voor deze titel gekozen. Het laat namelijk zien dat wat lesgeven is: een ambacht,” begint Wytse Walinga, docent-onderzoeker en coauteur van het handboek Loopt ‘t, Lukt ‘t, Leeft ‘t (LoLuLe). Woensdag 13 november organiseerden de Calo, Lectoraat Bewegen, School & Sport en het Jeugdsport Innovatiecentrum de inspiratieavond “De kunst van het lesgeven” ter ere van het pas uitgebrachte handboek. LoLuLe heeft een speciale plaats in de Calo-geschiedenis: de drieslag die ooit bedacht is door Chris Hazelebach wordt al ruim dertig jaar gebruikt. Jeroen Koekoek en Wytse Walinga bouwen voort op deze ontwikkeling met een handboek dat binnen het (bewegings)onderwijs en daar buiten gebruikt kan worden. Tijdens de inspiratieavond werden we meegenomen in verschillende perspectieven op lesgeven en vierden we het handboek!
De brug tussen praktijk en onderzoek
De avond wordt afgetrapt door Wytse, die start met de aanleiding voor deze inspiratieavond: “Het woord kunst is bewust gekozen: lesgeven is een ambacht. Een ambachtsman of vrouw is adaptief kan zich aanpassen aan de steeds veranderende context door ontwerpend les te geven. Dit handboek, LoLuLe, levert hier een bijdrage aan. Het is een brug tussen theorie en de praktijk. Het idee achter LoLuLe is ooit ontstaan in het opleidingsinstituut. Vervolgens is de drieslag gegroeid door de wisselwerking tussen docenten en studenten. Met het handboek wordt het model ook geladen met achterliggende kennis uit onderzoek en praktijk.”
Ivo van Hilvoorde, lector binnen het lectoraat Bewegen, School en Sport vertelt tijdens de opening van de inspiratieavond over hoe wetenschap en praktijk naast elkaar bestaan in het boek: “Wytse en Jeroen hebben het stereotype van de wetenschapper, die niets van de praktijk weet en een docent die niets van wetenschap weet ontkracht. Ze hebben de tegenstellingen weten te overbruggen en zijn daarmee misschien wel een nieuwe generatie praktijk gerichte onderzoekers: Die kunnen namelijk ogenschijnlijk eenvoudige zaken complex maken door ze nauwkeurig te bevragen en onderzoeken. Maar aan de andere kant ook complexe zaken eenvoudig maken voor toepassing in de praktijk. Door een prachtig boek met geweldige grafische vormgeving is dat gelukt.” Wytse ging hier verder op in door de ontwikkeling van het boek te schetsen als het ontwikkelen van een taalspel: “De eerste stap in het ontwikkelen van dit boek, was een zoektocht door het land en vele gesprekken met mensen uit de praktijk: de docenten. In die zin waren we op zoek naar taal om te duiden wat er te zien valt in een les of training. Welke taal hanteren mensen en wat moet daar aan toegevoegd worden? Uiteindelijk heeft dat geresulteerd in het boek dat er ligt: een taalspel voor een gesprek.”
Loopt’t, Lukt’t, Leeft ’t op andere vlakken toegepast
Tijdens de inspiratieavond hebben verschillende professionals en deskundigen binnen het bewegingsonderwijs gesproken over LoLuLe. Allen gingen ze in op een ander onderdeel van de drieslag. Ivo Dokman sprak vanuit zijn expertise op het gebied van groepsdynamica: hoe heeft de groepsdynamiek invloed op hoe een les werkt? Welke kernkwaliteiten heeft een docent nodig om toch de les te laten lopen en te zorgen dat er geen chaos ontstaat?
Jeroen Koekoek nam ons mee in zijn kennis over “Lukt ‘t”: hoe kun je daar invulling aan geven binnen een les zodat deze betekenisvol wordt? Aan de hand van praktijkvoorbeelden toonde hij hoe activiteiten meer of minder bewegingsbetekenisvol kunnen zijn. Daarnaast liet hij zien hoe een achterliggende visie op leren essentieel is. Jeroen vatte zijn onderdeel treffend samen: “Lukken ontstaat wanneer kinderen in het bewegen op eigen wijze een doorbraak maken in hun leerfase.” Vervolgens sloot Gwen Weeldenburg, docent-onderzoeker binnen Fontys Sport & Bewegen(opent in nieuw tabblad), als laatste externe spreker af en ging in het bijzonder in op de motivationele kant van bewegen: welke behoeftes heeft een leerling en op welke manieren kun je daar als docent aan tegemoet komen? Haar conclusie: ‘Wanneer een les loopt en lukt, dan voorziet dat ook in basisbehoeften die een les laten leven.”
Afsluiting met de grondlegger van de drieslag
Chris Hazelebach, die dertig jaar geleden “LoLuLe” bedacht, sloot de avond af met een warm eerbetoon aan LoLuLe en aan Jeroen en Wytse. Hij vatte het samen in een nieuwe drieslag: Toeval, liefde en meent. “Het toeval bestaat. Het handboek LoLuLe geeft handvatten om met toeval in onderwijs om te gaan. De kunst van goed lesgeven, is positief gebruik maken van toeval, ook als dat betekent dat je zo nu en dan afwijkt van de regels,” aldus Chris.
Het onderdeel liefde, is samen te vatten in een ei met drie kleuren. Alle kijkvragen, hier vrij vertaalt naar kleuren, moet je even liefhebben waardoor het tot een mooi, gelijkwaardig spel komt. Jeroen en Wytse laten zien dat ze van onderwijs houden, liefhebbers zijn van bewegen en dat ze elkaars expertise waarderen. Liefde komt voor kennis. De laatste, de meent, verwijst naar de gemeenschap die uit de Calo is ontstaan. “De meent bestaat uit gedeelde bronnen waar iedereen gebruik van kan maken, zonder het te bezitten. De meent blijft vruchtbaar dankzij alle collega’s die het er over hebben gehad de afgelopen 30 jaar.”
Met deze woorden kwam de inspiratieavond ten einde. Het eerste boek werd door Wytse en Jeroen uitgereikt aan Chris Hazelebach, vanwege zijn inspirerende voorwerk en als prachtige bijkomstigheid ook nog eens omdat hij deze dertiende november jarig was.
Vragen over dit nieuwsbericht?
Stel ze aan de Newsroom via newsroom@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad)