Naar cookie instellingen Hoofdinhoud Hoofdnavigatie

Waar waren de vrouwen?

  • 18 juni 2024
Banner image

Vrouwen speelden vaak een belangrijke rol in familiebedrijven, maar in de bedrijfsgeschiedenis is daar opvallend weinig van terug te vinden. Wat deden zij precies? Waarom werkten ze in het ene bedrijf wel mee en in het andere niet? En hoe werden zij voorbereid op een rol in het familiebedrijf?

Op vrijdagmiddag 1 december 2023 organiseerde de Stichting Bedrijfsgeschiedenis, een netwerk voor bedrijfshistorisch onderzoek verbonden aan de Universiteit Utrecht, een studiemiddag over deze onderbelichte kant van de bedrijfsgeschiedenis: de verhulde rol van vrouwen.

Gender en familiebedrijven in historisch perspectief

Tijdens de middag presenteerden drie bedrijfshistorici hun onderzoek. Selin Dilli sprak over de diversiteit van vrouwelijk ondernemerschap in Nederland tussen 1899 en 2020. Joke Mooij onderzocht vrouwen in de financiële sector in de periode 1900–1940. Promovenda Claudia Hacke presenteerde de eerste resultaten van haar promotieonderzoek naar familiebedrijven en gendergelijkheid in Nederland (1900–2020). Claudia onderzoekt of specifieke kenmerken van familiebedrijven, in vergelijking met niet-familiebedrijven, tot verschillende uitkomsten leiden op het gebied van gendergelijkheid op de werkvloer. Ze bekijkt dit in historisch perspectief, om te begrijpen hoe deze kenmerken de positie van vrouwen op verschillende manieren hebben beïnvloed – afhankelijk van de maatschappelijke context.

Bivalente kenmerken

In de familiebedrijfskunde is vaak sprake van zogenaamde bivalente kenmerken: eigenschappen die zowel een voordeel als een nadeel kunnen zijn. Een voorbeeld is de hoge solvabiliteit van familiebedrijven. Doordat winsten vaak worden teruggeïnvesteerd, beschikken zij over veel eigen vermogen – het zogeheten ‘geduldig kapitaal’. Hierdoor hoeven investeringen niet snel te renderen en is er geen druk van externe aandeelhouders. Tegelijkertijd kan deze voorzichtigheid leiden tot een risico-averse houding, waardoor innovatie afneemt. Het is wellicht geen toeval dat juist deze bivalente kenmerken ook naar voren komen in Claudia’s onderzoek naar vrouwen in familiebedrijven.

Bescherming én ongelijkheid

Op basis van een internationale literatuurstudie komt Claudia tot haar eerste inzichten. Vrouwen die in bedrijfsfamilies opgroeiden, konden profiteren van een sociaal vangnet. Zij hoefden niet te solliciteren, konden hun kennis en vaardigheden ontwikkelen en werkten vaak vanaf jonge leeftijd mee in het bedrijf.

Tegelijkertijd ontvingen zij lang niet altijd loon, werkten ze zonder contract en hadden ze een slechtere uitgangspositie bij bedrijfsoverdracht dan hun mannelijke familieleden. Dat had ook te maken met het feit dat vrouwen in Nederland pas sinds 1957 wettelijk als handelingsbekwaam werden beschouwd.

Vervolgonderzoek naar de rol van vrouwen

Claudia wil de inzichten uit internationale literatuur toetsen voor Nederland. Als historica maakt zij daarbij gebruik van de publieke bedrijfsarchieven van vier (voormalige) ondernemende families met warenhuizen: Schunck, Maussen, Ter Meulen en Van der Veen. De eerste resultaten roepen nieuwe vragen op. Wat voor werk deden vrouwen in familiebedrijven precies? In hoeverre werd hun actieve rol doorgezet naar volgende generaties? En verschilden de verwachtingen en voorbereiding voor vrouwen van die van hun mannelijke familieleden? De komende jaren gaat Claudia verder met het beantwoorden van deze vragen.

Blijf op de hoogte

Wij volgen het onderzoek van Claudia met interesse. Wil je ook op de hoogte blijven? Houd onze nieuwsbrief(opent in nieuw tabblad) en LinkedIn-pagina(opent in nieuw tabblad) in de gaten.

Meer over het lectoraat Familiebedrijven

Delen via:

Vragen over dit nieuwsbericht?

Stel ze aan de Newsroom via newsroom@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad)

Laatste nieuws

slide 1 to 4 of 5