Winnaars Comakership van het jaar
Fleur de Wever, Robert Mijnders, Pepijn van Wonderen en Amber Bader zijn winnaars van de Comaker van het Jaarverkiezing.
- Pepijn en Amber ontwikkelden een handzame en goedkope variant van de motionbox voor het monitoren van scheepsreizen en wonnen daarmee de prijs voor het beste onderzoeksproces.
- Robert hield een sterke pitch waarin hij pleitte voor een betere jeugdgezondheidszorg en won daarmee de prijs voor de beste pitch.
- Fleur sleepte met haar ontwerp voor de renovatie van een oud schoolgebouw in Amsterdam-West, bestemd voor de opvang voor dakloze gezinnen, de prijs in de wacht voor het beste product.
Tijdens een Comakership gaan studenten actief aan de slag voor een opdrachtgever in de praktijk en leveren een echt product of dienst op.
-
-
Fleur de Wever - Beste Product
Fleur de Wever heeft Bouwkunde gestudeerd, met als afstudeerrichting Ontwerp. In haar pitch vertelde ze over het project waar ze aan werkte: de renovatie van een oud schoolgebouw in Amsterdam-West tot opvang voor dakloze gezinnen. Het leverde haar de prijs ‘Beste product’ op.
Wie ben je?
‘Mijn naam is Fleur de Wever. Ik heb Bouwkunde gestudeerd op Windesheim in Almere, met als afstudeerrichting Ontwerp. Ik heb Windesheim nog niet verlaten, op dit moment ben ik docent Bouwkunde. In september start ik met de master Architectuur in Utrecht.’Waar heb je je Comakership gedaan?
‘Ik heb mijn Comakership uitgevoerd bij het architectenbureau INARCHITECTS bv. Dat is een kleinschalig architectenbureau in het centrum van Amsterdam. Hier werkte ik al een tijdje voor ik begon met mijn Comakership. Omdat er van beide kanten veel vertrouwen was, kreeg ik de kans om een project zelfstandig uit te voeren binnen het bedrijf, onder begeleiding van de eigenaar.’Waar heb je aan gewerkt tijdens je Comakership?
‘In opdracht van de gemeente Amsterdam heb ik gewerkt aan de renovatie van een oud schoolgebouw tot een opvang voor dakloze gezinnen. Ik werkte de verschillende fases uit, van ontwerp tot en met de start van de bouw. Tijdens de uitvoering deed ik meerdere ontwerptechnische onderzoeken, bijvoorbeeld naar de beste indeling van het gebouw of mogelijkheden tot verduurzaming. Dit heb ik op zo’n manier gedaan dat INARCHITECTS bv deze informatie ook kan gebruiken bij toekomstige projecten.’‘De start van het gebouw moest plaatsvinden vlak na mijn afstudeerpresentatie. Er zat zoveel haast achter omdat de gemeente op dat moment de gezinnen nog huisvestte in vakantieparken, wat erg duur is. Voor mij is het ontzettend leerzaam geweest om het hele ontwerpproces in zo’n korte tijd te doorlopen. Ook het werken in een volledig bouwteam – met partijen als de constructeur en de aannemer – is erg leerzaam geweest.’
Is het gebouw nu daadwerkelijk af?
‘De renovatie van het gebouw is inderdaad al een tijdje klaar. Het is nu een volwaardige opvang! Vanwege COVID-19 heb ik het helaas nog niet kunnen bezoeken, maar op basis van de foto’s ben ik erg tevreden.’En jij hebt de prijs ‘Beste Product’ in de wacht gesleept, gefeliciteerd! Hoe vond je de verkiezing?
‘Tijdens mijn Comakership heb ik zoveel geleerd en gedaan, dat vond ik moeilijk om in een pitch van twee minuten te proppen. Maar uiteindelijk is het goed gelukt. Ook vond ik het erg leuk dat er – ondanks corona – een evenement was met een jury en een livestream.’
-
Robert Mijnders - Beste Pitch
Robert Mijnders studeerde af aan de opleiding Social Work en hield in zijn pitch een pleidooi voor een betere jeugdgezondheidszorg.
Wie ben je?
‘Mijn naam is Robert Mijnders, ik ben 26 jaar en volg momenteel de pre-master Youth, Education and Society aan de Universiteit Utrecht. Daarnaast ben ik fractiemedewerker bij de VVD Almere.’Wat was het onderwerp van jouw pitch?
‘Ik studeerde af aan de opleiding Pedagogiek bij Windesheim, tegenwoordig Social Work – Jeugd, genaamd. Mijn interesse ging vooral uit naar de ouder-kindrelatie en de manier waarop je die in de jeugdgezondheidszorg een betere positie zou kunnen geven. De pitch de ik daarover hield deed de jury besluiten om voor mijn verhaal te kiezen.’
Hoe zag jouw comakership eruit?
‘Mijn comakership deed ik in opdracht van de JGZ Almere, een organisatie die ouders en kinderen ondersteunt bij de ontwikkeling én in opdracht van het Lectoraat Klantenperspectief in Ondersteuning en Zorg van Windesheim. Dat laatste is een kenniskring van Windesheim Almere die onderzoek doet binnen de zorg. Tijdens mijn voorbereiding merkte ik dat hechting tussen ouder en kind binnen de jeugdgezondheidszorg wél een onderdeel van preventie is, maar dat het niet duidelijk is wat er in de praktijk precies mee wordt gedaan. Na een uitgebreid onderzoek ontwikkelde ik daarom een kennissheet waarop staat beschreven wat JGZ-professionals doen op het gebied van hechting. Daarnaast deed ik nog een drietal aanbevelingen aan het management om het signaleren van hechting tussen ouder en kind, naar een hoger niveau te tillen.’Wat sprak je het meeste aan in jouw onderzoek?
‘Een groot pluspunt van dit onderzoek vond ik dat de professionals en experts uit de praktijk, centraal stonden. Deze situatie leidde zo tot voorstellen en aanbevelingen vanuit de praktijk (bottom-up) in plaats van top-down. Als we één ding inmiddels kunnen weten, dan is het wel dat alles wat we vanuit hoge posities voor de zorg bedenken, in de praktijk vaak niet zo goed tot stand komt. De transformatie van de jeugdzorg is daar een voorbeeld van.’Hoe bereidde je je pitch voor?
‘Ik heb er bewust voor gekozen om de tekst kort te houden, korter dan de toegestane twee minuten. Eenmaal op het podium praat je toch langzamer dan thuis bij het oefenen. Daarnaast heb ik feedback gevraagd aan mijn collega’s op het werk. Wat mijn pitch bijzonder maakte denk ik, is dat ik in essentie pleit voor een beter jeugdstelsel en daarbij de koppeling legde met mijn onderzoek. Het lukte me ook om mezelf te blijven. Vooraf heb ik nog wat voorbeelden van ‘goede’ pitches bekeken op internet. Die waren overenthousiast en pasten totaal niet bij wie ik ben. Daarom koos ik uiteindelijk voor mijn eigen verhaal en heb ik mijn eigen manier van pitchen toegepast. Dat werk het beste, gewoon jezelf zijn!’Hoe was jouw verhaal opgebouwd?
‘Uiteindelijk heb ik drie belangrijke punten toegepast in mijn pitch: 1. een vraag stellen aan het publiek, 2. eenvoudige informatie geven en 3. mezelf blijven. Een voorbeeld van eenvoudige informatie is dat je géén dure of moeilijke woorden gebruikt. Ik vond het best moeilijk om een complex onderzoek op een simpele manier in twee minuten uit te leggen, maar dat is wel een belangrijk element waarmee je de jury moet overtuigen van jouw product of onderzoek. De bovenstaande drie punten zijn wat mij betreft bruikbare tips voor studenten die ook een pitch moeten doen. Wat me het meeste heeft geholpen, waren de vele gesprekken die ik voerde met mensen in het werkveld. Als je met mensen jouw bevindingen gaat bespreken, merk je of ze begrijpen wat je bedoelt én wat ze er van vinden. Als je die mensen ziet als een soort jury, dan doe je op die manier ook ervaring op met pitchen en presenteren, maar dan informeel!’
-
Amber Bader, Pepijn van Wonderen en Ludo van Orden - Beste (Onderzoeks)proces
Pepijn van Wonderen en Amber Bader zijn studenten van de opleiding HBO-ICT en hielden hun pitch over een door hen ontwikkelde motionbox voor het monitoren van scheepsreizen, die veel goedkoper, flexibeler en efficiënter is dan de oude variant.
Wie zijn jullie?
‘Wij zijn Pepijn van Wonderen en Amber Bader, derdejaarsstudenten aan de opleiding HBO-ICT van Windesheim in Almere. Pepijn is 23 jaar en Business IT & Management-student, Amber is 21 jaar en
volgt de richting Software Engineering. Ludo van Orden hoort ook bij ons team, hij is 23 jaar oud en Software Engineering-student. Hij was helaas niet aanwezig bij de verkiezing.’Wat was de opdracht tijdens jullie comakership?
‘In het tweede jaar werkten we voor de comakership Realiseren & Implementeren, een halfjaar aan een opdracht voor Hydrographic & Marine Consultants BV, afgekort HMC. Samen met onze opdrachtgever hebben wij nagedacht over de vraag hoe je het monitoren van scheepsreizen makkelijker kunt maken voor het bedrijf.’‘Bij het monitoren van scheepsreizen komt namelijk veel kijken. Allereerst moet er op bepaalde schepen een motionbox aanwezig zijn, die data verzamelt over de scheepsreis. Dit is grote en dure apparatuur, zowel om te huren als in de aanschaf. De verzamelde data worden geanalyseerd aan de hand van excelbestanden, die daarna lastig zijn uit te lezen. Daarnaast heb je nog de e-mailrapporten die geanalyseerd moeten worden. Onze opdracht was om een motionbox, software daarvoor, én een webapplicatie te ontwikkelen.’
‘De motionbox die wij ontwikkelden bestaat uit een computer, een Raspberry Pi met sensoren die precies hetzelfde doet als een gangbare motionbox maar dan voor een fractie van het formaat en een fractie van de prijs. Bij elkaar kosten de onderdelen ongeveer 250 euro. In de webapplicatie kunnen data al tijdens de reis geanalyseerd worden, waardoor de excelbestanden niet meer nodig zijn. Andere voordelen: in de webapplicatie kun je controleren of de reis nog veilig verloopt door het gebruik van resonantie. Onze motionbox en webapplicatie samen, verzamelen en analyseren alle data en maken er één geheel van. Het proces is niet alleen veel efficiënter en flexibeler, maar ook vele malen goedkoper dan voorheen.’
Hoe verliep jullie onderzoeksproces?
‘Tijdens dit project werkten we via de projectmethodiek Scrum. Een onderdeel daarvan is het maken van een product vision waarmee je aspecten in kaart brengt die belangrijk zijn voor het ontwikkelen van je product. Tegelijkertijd is het essentieel om de wensen en eisen van je opdrachtgever in kaart te brengen. Zo hadden wij een goed beeld van hetgeen we moesten maken. Met deze informatie kun je dan user stories maken, wat ook bij Scrum hoort. Een user story beschrijft een onderdeel vanuit het oogpunt van de gebruiker. Tijdens de ontwikkelings- en implementatiefase hielden we regelmatig gesprekken met de opdrachtgever om te kijken of de voortgang nog aan zijn wensen en eisen voldeed. Dankzij dit proces hebben wij een product kunnen ontwikkelen waar wij heel trots op zijn!’Wat maakte jullie onderzoeksproces bijzonder?
‘Wat ons onderzoeksproces bijzonder maakt, is dat wij in twintig weken een idee hebben uitgewerkt tot een uitgebreid prototype, gebaseerd op een agile werkwijze. Het onderzoeksdeel bestond vooral uit het inventariseren en analyseren van de requirements. Daarnaast hebben wij uitgebreide documentatie opgeleverd die ook grotendeels toegankelijk is voor mensen zonder ICT-achtergrond.Hoe was jullie ervaring met het opzetten van onderzoeksprocessen?
‘Binnen HBO-ICT krijgt het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden veel aandacht. Daarnaast heeft Amber als bijbaan twee projecten gedaan voor Academie van de Stad, waarbij het doen van onderzoek, en dus het opzetten van een onderzoeksproces, onderdeel was van haar werkzaamheden.’Hebben jullie tips voor studenten die nu aan een onderzoek beginnen?
‘Wees kritisch op je werk. Onderzoek doen is moeilijk, want er komt heel veel bij kijken en de kleinste dingen kunnen invloed hebben op de resultaten. Wees niet bang om dit aan te geven in het onderzoeksrapport. Een andere tip is om je documenten te laten nalezen door iemand uit je omgeving, zowel door iemand met onderzoekservaring als iemand die niets van het onderwerp afweet. Zo kun je de leesbaarheid en kwaliteit van je document controleren. Daar wordt het altijd beter van.’
-
Vragen over dit nieuwsbericht?
Stel ze aan de Newsroom via newsroom@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad)