Cultuursensitieve zorg: Iedereen wil gehoord worden
‘Of ik do’s en dont’s heb voor goede cultuursensitieve zorg? Ja: dát idee loslaten! Er zijn geen pasklare tips en trucs. Ik weet ook niet precies hoe ik iemand de eerste keer moet begroeten. Zo lang ik maar echt nieuwsgierig ben naar de ander. Die voelt dan dat ik oprecht contact probeer te leggen.’
Gözde Duran is coördinator bij ProMemo, Expertisecentrum Dementie voor Professionals. Ze benadrukt dat we niet zo bang moeten zijn om fouten te maken, ook niet als het gaat om de zorg aan oudere migranten met dementie. ‘Alles draait om pure openheid en belangstelling. Vraag alles, maak contact.’ Ook Carolien Smits vindt contact belangrijker dan feitenkennis over de culturele achtergrond van een cliënt: ‘Iedereen wil gezien en gehoord worden. Het helpt als iemand écht contact maakt met jou zoals je bent en zoals je gegroeid bent.’ De lector Innoveren met Ouderen bij Hogeschool Windesheim vervolgt: ‘Het is als verzorgende fijn te weten dat Alevieten en Berbers verschillende gewoonten hebben. Maar de essentie is dat je open staat voor iemands leven. Cultuursensitieve zorg is niets anders dan persoonsgericht werken.’
Recht op passende zorg
Carolien vindt het belangrijk dat er meer werk gemaakt wordt van goede dementiezorg aan oudere migranten. ‘De mensen hebben recht op passende zorg. En die krijgt men nu niet.’ Verschillende factoren spelen een rol, zoals het taboe rond dementie dat binnen veel culturen nog heerst. En de vaste traditie die bepaalt dat een familie zelf voor de ouderen zorgt. Ook ontbreekt het bij migranten regelmatig aan een goed beeld van de professionele ouderenzorg. Gözde vertelt over haar Turkse oma die met somatische klachten en wellicht beginnende geheugenproblemen niet langer thuis kon wonen. ‘Voor mijn familie was het de eerste keer dat ze van dichtbij meemaakten dat een dierbare ouder werd. Ze hadden geen idee hoe zij zich een verpleeghuis moesten voorstellen. Ik heb samen met hen een zorginstelling bezocht zodat ze zich een beeld konden vormen van hoe het er intramuraal aan toe gaat, van hoe een verpleeghuis er van binnen uit ziet.’
Beter de weg vinden
Anders dan mantelzorgers met een migratie-achtergrond weten mantelzorgers die hier al veel meer generaties wonen stukken beter de weg naar zorginstellingen. ‘Zij zijn daar meer mee opgegroeid’, stelt Gözde. Wel ervaart zij dat de huidige generatie mantelzorgers een omslag maakt. ‘Ze laten van zich horen en weten beter de weg. Er is een stille en een wat luidere lobby. Kijk bijvoorbeeld naar de stichting Oudere Migranten aan Zet OMAZ – dat is een initiatief van een actieve mantelzorger.’ Carolien vindt dat ook de oudere generatie zichzelf verder doorontwikkelt, als het ware meegroeit met de kinderen. ‘Er is meer begrip voor het feit dat de huidige maatschappij zich meer op het individu richt. Dat de kinderen hun eigen werk hebben, bijvoorbeeld. Feitelijk leven veel oudere migranten steeds meer met een soort dubbel toekomstperspectief.’
Wacht niet op crisis-opname
Als een oudere migrant met dementie naar een verpleeghuis verhuist, is het waarschijnlijk dat hij relatief ver is in het ziekteproces: de diagnose wordt nog vaak laat gesteld en weerstand tot opname binnen de familie werkt drempelverhogend. Gözde: ‘Verschillende organisaties zijn al goed bezig met cultuursensitieve zorg. Maar in de regel gaat men hierin pas investeren als zich een bewoner aandient met een andere culturele achtergrond. En op het moment dat iemand al veel zorg nodig heeft, ben je eigenlijk te laat. Ik zou willen dat organisaties in een veel eerdere fase actief worden: contact leggen met zelforganisaties en sleutelfiguren in de omgeving. Want één ding is zeker: zij komen niet uit zichzelf.’ Carolien: ‘En dan niet zozeer feitelijke voorlichting geven, maar juist de interactie opzoeken.’ Ze noemt dagbesteding als een mooi ‘opstapje’ waardoor wijkbewoners kunnen kennismaken met wat een verpleeghuis te bieden heeft. ‘Maar dagbesteding alleen is niet genoeg, er moeten veel meer alternatieven komen.’
Gözde en Carolien
Theepot en vloerkleed
Gözde vindt dat verpleeghuizen meer dagbesteding zouden moeten aanbieden waar ook oudere migranten met dementie zich thuis voelen. ‘Nu verwijst men te gemakkelijk naar initiatieven die de gemeenschappen zelf organiseren. Maar wie let daar op de kwaliteit? En wie zegt dat mijn oma naar die toevallige activiteit toe wil? Zij heeft recht op even veel keuze als ieder ander!’ Als ze aan dagbesteding binnen een verpleeghuis denkt, schiet haar niet een-twee-drie een cultuurspecifieke bezigheid te binnen. ‘Daar gaat het eigenlijk niet eens zo om. Het is meer de vraag of iemand zich thuis voelt in zo’n ruimte, bijvoorbeeld. Kijk maar eens kritisch om je heen: is er in zo’n huiskamer of recreatiezaal iets herkenbaars voor iemand uit een andere cultuur? Een vloerkleed? Muziek? De theepot misschien? Oog voor omgevingsgerichte zorg zou al veel verschil maken.’ Carolien wijst erop dat veel activiteiten universeel zijn: handwerken, lezen, muziek luisteren. ‘Hier geldt als bij iedereen: ga in gesprek. Wat past bij jou?’
Trainen en werven
Pasklare tips en trucs krijgen we niet, maar ‘laaghangend fruit’ is er gelukkig wel, zaken waarmee zorginstellingen meteen aan de slag kunnen. Carolien: ‘Iedereen op training cultuursensitief werken sturen, dat om te beginnen. Niet alleen de zorgprofessionals, maar ook de kok en de huismeester. Een inspanning voor een wat langere adem: op alle organisatieniveaus blijvend investeren in cultuursensitief werken.’ Gözde zou graag zien dat ook de MBO- en HBO-curricula een verplicht onderdeel cultuursensitiviteit hadden. ‘Het is nu nog te weinig en te vrijblijvend. Wij als ProMemo ontwikkelen momenteel een minor dementie met ruimte voor migranten met dementie. Deze wordt ook toegankelijk voor zorgprofessionals.’ Behalve dat verpleeghuizen zelf migrantenorganisaties zouden moeten opzoeken in de wijken, heeft ze nog een speerpunt: ‘We moeten gerichter en actiever op zoek naar meer studenten met een niet-westerse migrantenachtergrond. Dat staat niet voor niets in ons Manifest. We moeten wel opboksen tegen een imagoprobleem, want de zorg heeft binnen veel migrantenculturen nauwelijks status.’
Een manier om studenten te interesseren voor het thema zijn de netwerkbijeenkomsten dementiezorg van Windesheim. Die bieden (toekomstige) professionals uit zorg, welzijn, onderwijs én beleid een platform waar zij kunnen netwerken en ook informatie en casuïstiek met elkaar kunnen delen. ‘Deze keer was er onder meer een multiculturele muziektherapeut. We zoeken bij deze bijeenkomsten altijd de verbinding op met het onderwijs. En dus zat er een groep ROC-deelnemers in de zaal,’ vertelt Gözde.
Door: Linda van Ingen. Met dank aan 'Thuis in het Verpleeghuis'. Dit artikel is overgenomen van de website waardigheidentrots(opent in nieuw tabblad)