Familiebedrijf in de autobranche. Hoe blijf je op de rit?
We maken minder kilometers. En we rijden auto’s die steeds minder onderhoud nodig hebben. Stevige uitdagingen voor veel bedrijven in de autobranche: een sector met veel familiebedrijven. Wat zijn de gevolgen voor hen? Wat zijn kansen? Wat hebben ze nodig en waar kunnen ze terecht?
Met die vraag gaat Clemens Willig, docent bedrijfsstrategie en onderzoeker bij het lectoraat Familiebedrijven, de komende maanden aan de slag. Samen met partners Bovag, HAN en een aantal familiebedrijven in de sector.
Clemens, wat is er aan de hand?
Clemens Willig: “In de autobranche vind je veel familiebedrijven. Denk aan autodealers, onderhoudsbedrijven, autohandelaren. Daar gebeurt op dit moment van alles. Zo berekende het lectoraat Automotive Research van de de HAN vorig jaar dat er in die sector over de periode van 2020 tot 2030 een krimp van 30% wordt verwacht (1) . Als je dat vanuit strategisch perspectief bekijkt, dan kan dat voor veel (familie)bedrijven vragen opleveren. Daar hebben we wel wat zorg over.”
Waar komt die krimp in de autobranche vandaan?
“Door een aantal trends die je op dit moment ziet. Een daarvan is dat we steeds minder onderhoud nodig hebben. We rijden meer elektrisch en een elektrische auto heeft weinig bewegende onderdelen. En gaat dus minder snel stuk. De onderhoudsmarkt merkt dat.
Dan is er natuurlijk nog corona. Thuiswerken lijkt een blijvertje te worden, in ieder geval gedeeltelijk. Dus maken we ook minder kilometers. En daarnaast wordt ook deelgebruik van auto’s populairder: gebruik lijkt belangrijker te worden dan bezit. Allemaal ontwikkelingen die ervoor zorgen dat de markt krapper wordt. Dat betekent voor ondernemers dat ze zich strategisch goed moeten oriënteren.”
Wat zijn de kansen en bedreigingen voor familiebedrijven in de autobranche?
“In de autobranche zie je een paar grote familiebedrijven, maar ruim twee derde bestaat uit één- en tweepersoonsbedrijven. Die bedrijven werken anders: ze zijn meer bezig zijn met dagelijkse activiteiten zoals personeel aansturen of brandjes blussen. De plannen voor de langere termijn blijven al snel liggen. Tenminste, dat is onze aanname. Grotere bedrijven hebben vaak wel de mensen en middelen voor de ontwikkeling van die strategische lijnen. Hele afdelingen soms, of budgetten om het juiste advies in te kopen. Terwijl de kleinere daar minder toe in staat zijn. Maar ook zíj hebben strategische vraagstukken. Hoe bewaken zij de continuiteit van het bedrijf? Immers, om het voortbestaan te garanderen zullen zij hun activiteiten moeten aanpassen, uitbreiden en/of bestaande activiteiten moeten afstoten. Dat is een zorg die we hebben want zijn zij wel actief op zoek naar hulp? En als dat zo is, weten zij dan ook nog het juiste advies te vinden? Advies over investeringen of financieringen is er zat. Maar kijk je naar die persoonlijke kant, de familiekant van het bedrijf, dan wordt het aanbod al snel kleiner.”
Hoe bedoel je, de persoonlijke kant?
“Familiebedrijven hebben ook vooral persóónlijke vragen. Waar een niet-familiebedrijf meer rationele of bedrijfseconomische keuzes maakt, is dat voor een familiebedrijf complexer. Daar leeft ook die ultieme wens om het bedrijf door te kunnen geven aan de volgende generatie. En ja, dat gaat soms wel eens koste wat kost. Dat kan leiden tot fricties in families waar je met coaching en goede gesprekken tóch uit zou kunnen komen.”
Wanneer is jullie onderzoek geslaagd?
“Kijk, de ervaring leert dat een ondernemer met wie het goed gaat, de juiste paden vaak wel weet te bewandelen. Maar juist degene die het nodig heeft, trekt niet altijd aan de bel. Deze ondernemers steken vaak hun kop in het zand en ontkennen dat er grote ontwikkelingen op hen afkomen die impact hebben op de sector en de toekomstbestendigheid van de bestaande bedrijfsactiviteiten. Daarom willen we een brug slaan tussen de bestaande adviesinfrastructuur en de adviesbehoefte van ondernemers. Dat de adviesvraag en het aanbod bij elkaar komen, zodat ondernemers op tijd bij de les zijn. Belangrijk is daarbij wel om de context van de vraag goed in de gaten te houden. Heb je een gezond bedrijf en zie je kansen? Dan heb je vragen rondom investeringen. Maar loopt je bedrijf matig, dan wordt het natuurlijk een ander verhaal. Dan moet er eerst verbeterd worden. Of ben je ergens heel sterk in, maar zie je bedreigingen op je afkomen? Dan kun misschien beter focus aanbrengen en zaken afstoten die minder goed gaan. In alle gevallen heeft een beslissing gevolgen voor het bedrijf maar ook voor de familie die mee moet gaan met die beslissingen. We denken dat je, als je op tijd de juiste mensen weet te vinden, een hoop ellende kunt voorkomen.”
Zijn er al eerste tips voor ondernemers?
“Nee, we zijn nog maar net gestart. Maar uit eerdere onderzoeken zijn er natuurlijk al wel learnings. Praten bijvoorbeeld. Het blijft belangrijk om het kenbaar te maken als er iets niet goed gaat. Families blijken dat toch vaak moeilijk te vinden. Dus vraag die ander eens: ‘Gaat het goed met je? Waar maak je je zorgen over?’.
Andere tip is om regelmatig bij jezelf in te checken. Word je geleefd door je bedrijf? Kijk dan gewoon eens wat er deze week in je agenda staat. Zijn het vooral kortetermijndingen? Een arbeidsconflict of een aanmaning? Blok dan regelmatig tijd om verder te kijken.”
“Kijk, de vraag ‘hoe versla je de concurrent?’ is voor elk bedrijf in feite hetzelfde. Maar bij familiebedrijven gaat het ook om andere zaken. Om consensus te vinden over de ontwikkelingen van het familiebedrijf. Dat proces is dus hartstikke essentieel. Transparant zijn, de juiste mensen betrekken, zo nu en dan even vragen of iemand zich er nog goed bij voelt... Dat is heel belangrijk.”
Meer weten over dit onderwerp?
Neem contact op met Clemens Willig (ccmj.willig@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad), 088 469 7915)
Dit is een KIEM-project van het LEF, Bovag en de lectoraten automotive van de HAN.
(1) Werkplaats op Weg, Hoe kan in een disruptieve tijd onderhoud en reparatie van auto’s toekomstbestendig worden georganiseerd? Steen, A. van der ; Veders, C.W.G. ; Herkes, M.C. ; Keiren, J. ; Tillema, F. ; Slomp, J. ; Stralen, W.A. van ; Koeleman, W.P.T. 2020, External research report.