Zo gaan we samen onderweg naar een circulaire economie
Als jong meisje keek zij met grote ogen naar het zeepdoosje van haar moeder. Het witte bakje met goudkleurige deksel had een enorme aantrekkingskracht op haar. Op dat moment kon zij nog niet vermoeden dat zij het jaren later zou hergebruiken als metafoor in haar lectorale rede na haar installatie als lector van het lectoraat Netwerken in een Circulaire Economie. Op 6 oktober hield Liesbeth Rijsdijk haar rede met de titel ‘De Circulaire Waarde van een Zeepdoosje’.
Liesbeth: “Het zeepdoosje is een prachtig voorbeeld van een gebruiksvoorwerp dat al tientallen jaren meegaat en niets aan functionele waarde heeft verloren. Voor mijn moeder is het vanzelfsprekend dat ze het niet eerder heeft vervangen. Sterker nog; het is haar dierbaar geworden. Onze huidige, lineaire economie werkt compleet anders. Die is gericht op produceren, consumeren en afdanken. We zien steeds meer de gevolgen die dat heeft. Denk aan onze grondstoffen die opraken en het klimaat dat verandert.” We overschrijden inmiddels zes van de negen grenzen van onze aarde. Dat beschreven wetenschappers onlangs in het tijdschrift Science Advances(opent in nieuw tabblad). Reden genoeg om snel toe te werken naar een circulaire economie. Het lectoraat onderzoekt hoe deze transitie te versnellen is en wat dat voor het regionale bedrijfsleven betekent.
Tekst gaat verder onder afbeeling waarop te zien is dat Liesbeth het zeepdoosje aan haar moeder teruggeeft
Van doemscenario naar doenscenario
Als je aan de gevolgen van de lineaire economie denkt dan kun je verlamd raken door het doemscenario. Dat is wat Liesbeth wil voorkomen: “We willen juist toe naar een doenscenario. Dit betekent dat we collectief anders gaan denken en doen. We moeten weer oog krijgen hoe wij ons verhouden tot onze aarde én de mensen om ons heen. Dat helpt ons te herwaarderen in de breedste zin van het woord.” Een circulaire economie gaat volgens haar namelijk niet alleen om het creëren van financiële waarde, maar vooral om het creëren van ecologische en sociale waarde. Liesbeth: “De herwaardering leidt tot verandering van ons gedrag. In het productie- én consumptiepatroon, maar ook in hoe we met elkaar en onze omgeving omgaan. Binnen een circulaire economie staan de mens, dier en planeet niet langer in dienst van de economie, maar de economie in dienst van mens, dier en planeet.”
Systeemverandering door samenwerking
Met het onderzoek dat haar lectoraat doet, wil Liesbeth de transitie naar een circulaire economie helpen te versnellen. Liesbeth: “Het gaat om een systeemverandering. Daarom is samenwerking essentieel. Tussen overheden, bedrijven, maatschappelijke organisaties en sectoren. Tussen politieke organisaties en over landsgrenzen en autoriteitsstructuren heen. De transitie moeten we vanuit verschillende perspectieven en beleidsterreinen in samenhang met elkaar aanpakken.”
Afbreken en opbouwen
De transitie naar een circulaire economie vindt niet van de ene op de andere dag plaats. Liesbeth: “Het oude, niet werkzame deel van het huidige systeem moeten we helpen afbouwen, zodat het nieuwe circulaire systeem kan groeien.” Hiervoor is het nodig om bestaande wet- en regelgeving aan te passen. Door de huidige regelgeving is het nu bijvoorbeeld nog moeilijk om afval te gebruiken als grondstof voor een nieuw product. Maar wetgeving is niet de enige drempel. Ook bestaande machtsblokken en lobbypraktijken werken nu vaak nog niet mee. Zo is er bijvoorbeeld in de bouwsector door conservatieve krachten terughoudendheid om biobased materialen goed te laten keuren.
Het zijn voorbeelden van belemmerende factoren die de transitie in de weg staan. Het onderzoek helpt om die factoren af te bouwen. Aan de andere kant draagt het onderzoek van het lectoraat juist ook bij aan factoren die de transitie kunnen versnellen. Bijvoorbeeld door experimenten bij mkb-bedrijven te ondersteunen. Die experimenten zijn bedoeld om hun lineaire bedrijfsmodel circulair te maken. Je kunt dan denken aan het ontwerpen van een circulair gebouw, waarbij er verschillende partijen moeten gaan samenwerken en bijvoorbeeld de sloper een hele andere en cruciale rol krijgt.
Tekst gaat verder onder de afbeelding
Circulariteit in de regio
De provincie Overijssel heeft zich verbonden aan het doel om in 2050 een volledig circulaire economie te hebben. En dat we in 2030 nog maar de helft van de grondstoffen gebruiken die we zo’n 10 jaar geleden gebruikten. De transitie naar een circulaire economie roept daarom ook steeds meer vragen op bij het bedrijfsleven in de regio. Liesbeth: “Er komen zeker uitdagingen op het mkb in de regio af bij de overgang naar circulair ondernemen. We willen graag samen met hen onderzoeken hoe we van die uitdagingen duurzame kansen kunnen maken, zodat bedrijven ook in de toekomst levensvatvaar en relevant zijn.”
Om te komen tot een circulaire economie moeten we met z’n allen slimmer gaan produceren, minder consumeren en herwaarderen wat we al hebben. Dat betekent dat we soms ook bewust niet kopen. Er is dan ook een belangrijke rol voor de consument. Liesbeth: “Uit onderzoek blijkt dat Nederlanders een duurzame toekomst wel belangrijk vinden, maar dat er naar handelen lastig is en niet teveel moeite of geld moet kosten. Het is daarom belangrijk om naast de urgentie te laten zien, ook het handelingsperspectief mee te geven; wat kan ik anders doen? Samen veel kleine stappen maken is belangrijk om de transitie op gang te brengen en te versnellen. Geen doemscenario, maar een doenscenario. Om met de woorden van Jonas Salk te spreken: de belangrijkste vraag die we daarbij onszelf kunnen stellen is “zijn wij goede voorouders?”
De lectorale rede is hieronder te bekijken, de bijbehorende publicatie is ook als download beschikbaar.
Vragen over dit nieuwsbericht?
Stel ze aan de Newsroom via newsroom@windesheim.nl(opent in nieuw tabblad)