Meer over het lectoraat Bewegen, Gezondheid en Welzijn
Weten hoe bewegen van belang is voor onze gezondheid?
Bewegen en een positieve lichaamsbeleving zijn van groot belang voor ons welbevinden. We passen dit ook toe binnen het vakgebied van de psychomotorische therapie.
Binnen de psychomotorische therapie (PMT) is de laatste decennia een belangrijk aanbod van bewegings- en lichaamsgerichte interventies ontwikkeld. Ze worden ingezet wanneer welzijn en kwaliteit van leven onder druk komen te staan door bijvoorbeeld psychosociale of psychiatrische problematiek. Het lectoraat Bewegen, Gezondheid en Welzijn in Zwolle richt zich op de inzet van deze bewegings- en lichaamsgerichte interventies, de ontwikkeling en theoretische en empirische onderbouwing. Daarbij gaat het om zowel de resultaten voor doelgroepen in de reguliere GGZ als het aanbod binnen de orthopedagogische instellingen en bijvoorbeeld ook in de 1e en 2e lijn.
De volgende onderzoekslijnen worden daarbij onderscheiden
1. Een brede onderzoekslijn waarin werkzaamheid en effectiviteit van psychomotorische therapie centraal staat. Daarbij gaat het zowel om grotere gecontroleerde kwantitatieve als meer kwalitatieve evaluatie studies terwijl op dit moment ook veel aandacht is voor de mogelijkheden om via (multiple) single case studies inzicht te krijgen in de resultaten van het psychomotorisch aanbod. Het onderzoek betreft zowel interventies waarbij alleen psychomotorische therapie wordt aangeboden als behandelingen waarbij psychomotorische therapie een onderdeel zijn.
2. Een onderzoekslijn gericht op de ontwikkeling en psychometrische kwaliteit van instrumenten die in de (psychomotorische) diagnostiek of effectevaluatie ingezet kunnen worden centraal staat. Binnen deze lijn worden in direct contact met psychomotorisch therapeuten werkzaam in de praktijk gewerkt aan meetinstrumenten waarmee ze het beloop van de behandeling kunnen volgen, het behandelresultaat vast kunnen stellen en dit bespreekbaar kunnen maken met de betrokken patiënt.
3. Een onderzoekslijn specifiek gericht op trauma en de rol van psychomotorische therapie bij de behandeling daarvan. Onderzoek wordt gedaan naar de gevolgen van trauma op de relatie met het lichaam en naar interventies gericht op die gevolgen. Het kan daarbij gaan om enkelvoudig trauma maar ook om complex en trauma terwijl ook met verschillende doelgroepen gewerkt wordt. Denk daarbij aan vluchtelingen of vrouwen met vroegkinderlijk trauma.
4. Een onderzoekslijn “meedoen” gericht op de vooral bewegingsgerichte interventies binnen de psychomotorische therapie waarbij gekeken wordt naar hoe deze ingezet kunnen worden om de sportparticipatie van zowel kinderen als volwassenen te vergroten. Gekeken wordt naar de positieve invloed van bewegen voor welzijn en naar wat nodig is om mensen te ondersteunen om te gaan sporten. Dit kan gaan om een specifiek aanbod in het water voor kinderen met stoornissen binnen het autisme spectrum als om begeleiding richting de sportverenigingen voor jongeren met mentale problematiek of volwassenen na een eerste psychose.
5. Een onderzoekslijn specifiek gericht op de inzet van psychomotorische therapie en begeleiding voor jeugdigen en volwassenen met (lichte) verstandelijke beperkingen. Het gaat daarbij om ontwikkeling en onderzoek naar interventies bij agressieproblematiek als bij andere problemen die voortkomen uit bijvoorbeeld slechte impulsregulatie, zoals het geval is wanneer mensen met een lichte verstandelijke misbruikt worden door anderen voor criminele activiteiten (bv ‘geldezels’).
Ontwikkeling instrumenten
Praktijkgericht onderzoek van het lectoraat naar deze interventies vindt plaats in de orthopedagogische hulpverlening, in instellingen voor geestelijke gezondheidszorg en binnen de revalidatie. Daarnaast richten we ons op het ontwikkelen van instrumenten die in de (psychomotorische) diagnostiek of effectevaluatie ingezet kunnen worden.
Een voorbeeld: psychomotorisch therapeuten werkzaam in de GGZ hebben behoefte aan valide meetinstrumenten waarmee ze het beloop van de behandeling kunnen volgen, het behandelresultaat vast kunnen stellen en dit bespreekbaar kunnen maken met de betrokken patiënt. Ons project RAAK ‘Doen en Meten’ verwerft nieuwe kennis over de ontwikkeling en implementatie van meetinstrumenten die de impact van PMT monitoren en evalueren. Hierdoor kan ook de samenwerking met de patiënt versterkt worden.