"Iedere student hoort erbij"
"Iedere student hoort erbij!"
Als docent HBO-ICT en onderzoeker bij het lectoraat Digital Business & Society, zet Inge Strijker zich in voor een inclusief Windesheim. Specifiek binnen het domein Techniek.
Wat betekent dat, een inclusief Windesheim?
“Voor mij betekent het dat iedereen zich thuis voelt binnen onze hogeschool: iedereen hoort erbij. Geen student voelt zich buitengesloten. Ik werk voor een opleiding die ik zelf ook heb gevolgd. In mijn tijd waren er weinig vrouwen (terwijl het zo’n leuk vak is!). Dat maakte dat ik me niet altijd thuis voelde. Het voelt alsof je er niet echt thuishoort. Nu ik er werk, zie ik dat wij bij HBO-ICT al heel lang gendertrainingen aan nieuwe docenten gegeven. Dan gaat over hoe je als docent zorgt dat zowel mannen áls vrouwen zich thuis voelen bij de opleiding. Wij nodigen vrouwen uit om elkaar te ontmoeten.”
Wat doe jij om die inclusieve hogeschool te zijn?
“Ik kijk naar hoe wij de hogeschool toegankelijker kunnen maken voor mensen die op hun eigen manier uniek zijn. Dat doe ik samen met docent en onderzoeker Aagje Voordouw. Wij stellen onszelf de vraag hoe we het gesprek laten plaatsvinden. Een ingewikkelde vraag, want inclusie is een veelkoppig monster: er zitten zoveel aspecten aan, dat het lastig is om het in één keer te vangen.
Wij willen naar een cultuur toewerken waarin iedereen zich veilig voelt. Een belangrijke voorwaarde is dat mensen zelf ingrijpen wanneer er dingen niet goed gaan. Als je bijvoorbeeld hoort dat studenten elkaar aanspreken met ‘hé, homo’, kan dat confronterend zijn voor andere studenten. Dan helpt het als omstanders er direct iets van durven te zeggen. Om de dialoog te blijven voeren, organiseren wij workshops, waarin je leert open te zijn naar bijvoorbeeld verschillende culturen en hoe je met elkaar om kunt gaan.
Een ander voorbeeld is een checklist die helpt bij een inclusieve les. Handvatten voor docenten voor toegankelijk onderwijs. Zo werd tijdens mijn studie iedere keer een auto als metafoor voor een ICT-systeem gebruikt. Op een gegeven moment werd ik helemaal flauw van steeds datzelfde voorbeeld. In tegenstelling tot mijn medestudenten, had ik niets met auto’s. Dat is zoiets dat op de checklist staat. Dat je verschillende voorbeelden gebruikt, zodat je aansluiting houdt met alle studenten in de klas.”
Hoe doet Windesheim het, vind jij?
“Binnen Windesheim gebeurt al best veel: we werken in domeinen met adviseurs Diversiteit en Inclusie, als vraagbaak voor de onderwijsteams. Wij organiseren workshops en docenten besteden er tijdens hun lessen tijd aan. Maar het is goed om altijd te blijven leren. Ik vind het daarom lastig als mensen zeggen dat ze niets te leren hebben omdat alles goed gaat. Als je aan de norm voldoet en altijd goed behandeld bent, zie je minder snel wat er minder goed gaat. Daarom blijft het goede gesprek belangrijk en dat je kritisch naar jezelf blijft kijken. Binnen mijn eigen onderzoek kijk ik nu naar bias en algoritmes: hoe zorg je ervoor dat vooroordelen zoveel mogelijk wegblijven uit algoritmes? Ik hoop dat die uiteindelijk niet alleen uit de algoritmes wegblijven, maar ook in de dagelijkse omgang. Het zou fantastisch zijn als iedereen zich hier thuis voelt: iedereen hoort erbij!”