Met simpele oefeningen kun je echt een verschil maken
Paul (35 jaar) besloot na lang twijfelen om gaan te studeren. De opleiding Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie bleek een schot in de roos.
“Sport en werken met mensen waren altijd mijn passie. Het idee om sport als middel in te zetten, bleef in mijn hoofd rondspoken. Na zeven jaar in de jeugdzorg, waar ik wel wat sport gebruikte, maar voornamelijk sociaal werk deed, besloot ik dat het nu of nooit was. Het was een grote stap om weer te gaan studeren. Ik twijfelde ook of ik mezelf weer in de schoolbanken zag zitten. Toen ik eenmaal had meegelopen in het werkveld, zag ik hoeveel verschil je kunt maken door beweging en ervaringsgericht leren echt betekenisvol te maken. Ik vond het geweldig om te zien hoe simpele oefeningen echt een verschil kunnen maken voor iemand. Tijdens de opleiding leer je om de juiste afwegingen te maken ten aanzien van de hulpvraag.”
Hoe ziet een week eruit?
“Een typische week bestaat voor mij uit 24 uur werken, één dag op mijn werkervaringsplek en één volle schooldag op woensdag. De schooldag begint meestal om 8.30 uur en eindigt rond 17.30 uur. Het is een pittige dag vol theorie en veel praktijk, vaak in de gymzaal. Theorie wordt meestal aan de hand van PowerPoints gegeven. De praktijk bestaat uit rollenspellen waarin we verschillende rollen aannemen: cliënt, observator en behandelaar. Ook hebben we supervisie en intervisie, waar we persoonlijke en werkgerelateerde vraagstukken bespreken. Dit is heel leerzaam, want als hulpverleners vergeten we soms om over onze eigen vraagstukken te praten. Mijn werkervaringsplek is bij een PMT-praktijk gericht op kind en jeugd. Hier zie ik hoe PMT in de praktijk in zijn werk gaat. De casussen breng ik mee naar school om te bespreken en van te leren.”
Werk en opleiding combineren
“Naast mijn studie en werkervaringsplek, werk ik als ambulant begeleider waar ik sport als middel mag inzetten. Hier hoop ik in de toekomst mijn kennis en vaardigheden in te zetten. Het is soms een uitdaging om alles te combineren, vooral met mijn nieuwe rol als vader. Gelukkig biedt de opleiding veel flexibiliteit. De leraren en studieloopbaanbegeleider ondersteunen hierin enorm. Soms heb je het door werk of privéleven te druk. Door goed contact te onderhouden met je leraren, krijg je de ruimte om dingen in je eigen tijd af te ronden of juist vakken eerder af te sluiten.”
Favoriete onderdelen
“Mijn favoriete onderdelen zijn therapeutische vaardigheden, intervisie en supervisie. We zijn constant bezig met het aanleren van therapeutische vaardigheden, waarbij we leren observeren, interpreteren en interventies in te zetten die bijdragen aan de hulpvraag van de cliënt. Het is ook leuk om cliënt te spelen in rollenspellen, waarbij je uit je comfortzone moet stappen. Dit helpt ons om beter te begrijpen hoe het is om in de schoenen van onze cliënten te staan.”
“Onze themadagen zijn ook een hoogtepunt. Onlangs hadden we een circusthema, waarbij we leerden jongleren en een show opzetten. Dit helpt bijvoorbeeld om angsten te overwinnen en zelfvertrouwen op te bouwen.”
Divers gezelschap
“Onze klas bestaat uit een diverse groep mensen, variërend in leeftijd van 24 tot 46 jaar. We hebben elk een andere achtergrond, wat de leeromgeving heel dynamisch maakt. Dat maakt het ontzettend interessant om met elkaar samen te werken en van elkaar te leren, omdat iedereen door zijn of haar ervaringen een andere kijk of visie kan hebben. Deze diversiteit helpt ons ook voor te bereiden op het werken met verschillende doelgroepen.”
Paul heeft ook verteld hoe hij studeert met dyslexie. Lees zijn ervaring hier.