Hoe bepaal je of een bedrijf een familiebedrijf is?
(foto: IJssalon IJsie Prima Callantsoog)
Familiebedrijven zijn anders dan niet-familiebedrijven. Bij familiebedrijven spelen familiebanden namelijk een grote rol, bijvoorbeeld in de bedrijfsvoering. En ook andersom: heeft het bedrijf veel invloed op de familie. Maar wanneer bén je eigenlijk een familiebedrijf? En hoe bepaal je dat?
Definitie familiebedrijf
Laten we eens beginnen met de officiële definitie van een familiebedrijf. Het Centraal Bureau voor Statistiek volgt bijvoorbeeld de Europese Commissie. Die bepaalt dat een familiebedrijf een bedrijf is, als er één familie een meerderheid van zeggenschap heeft. Bij beursgenoteerde bedrijven is dat 25 procent. En daarnaast moet de familie formeel betrokken zijn bij het bestuur.
Kenmerken familiebedrijf
Natuurlijk is een definitie een goed startpunt. Maar is het wel of niet-zijn van een familiebedrijf wel zo zwart-wit? Want als we deze definitie volgen, dan is bijvoorbeeld ook een eenmanszaak een familiebedrijf. Of een eerste generatie die een bedrijf runt. Bij het lectoraat Familiebedrijven doen we veel kwalitatief onderzoek naar ondernemersfamilies. En meestal zien we dat ook hele andere kenmerken een belangrijke rol spelen in het wel of niet-zijn van een familiebedrijf. Gedrag bijvoorbeeld. En gevoel. We lichten ze hieronder toe!
Wel of geen familiebedrijf? De drie invalshoeken.
1. Criteria
Even terug naar de basis, naar de definitie van de EU. Daarbij gaat het er dus om of familieleden invloed kunnen uitoefenen op de strategie van het bedrijf. Daarbij wordt vastgesteld of in ieder geval de helft van de eigendom in handen is van de familie. En of de familie is vertegenwoordigd in de directie of raad van bestuur.
2. Gedrag
Een niet-familiebedrijf vertoont vaak ander gedrag dan een familiebedrijf. Een andere goede graadmeter is dus door naar het gedrag te kijken. Ten eerste kun je kijken naar de doelstellingen. Op basis van welke doelstellingen neemt je bedrijf beslissingen? Een niet-familiebedrijf zal vaker sturen op financiële resultaten of op groei. Terwijl voor een familiebedrijf juist de continuïteit op lange termijn zo ontzettend belangrijk is. Oók als dat betekent dat het bedrijf minder snel groeit. Dat hebben ze er dan voor over. Familiebedrijven nemen over het algemeen daarom ook minder risico’s.
Een andere belangrijke factor in het gedrag is het creëren (en in stand houden van) sociale en emotionele welvaart, ook wel social emotional wealth genoemd. Daarin kijkt een bedrijf verder dan naar winst, maar ook naar de factor ‘geluk’. Worden wij er als familie gelukkig van om samen een familiebedrijf te runnen? Wat betekent dat voor de onderlinge banden? Streef je als bedrijf sociaal-emotionele welvaart na, dan neem je andere beslissingen dan een niet-familiebedrijf.
Een voorbeeld. Vanuit geloofsovertuiging zetten sommige religieuze familiebedrijven hun webshop op zondag op zwart. Waarom? Omdat deze manier van zakendoen in lijn ligt met hun persoonlijke normen en waarden als familie. Vanuit economisch perspectief ligt zo’n keuze niet voor de hand. Maar soms kunnen klanten dat heel erg waarderen, juist omdat iemand handelt naar normen en waarden. En zorgt dat vertrouwen voor een duurzame samenwerking.
3. Gevoel
Tegelijkertijd kun je je ook afvragen wat je eigen perceptie is. Vóel je je een
familiebedrijf? Zo zijn er ondernemers die een onderneming runnen met bijvoorbeeld een broer of zus, maar die zeggen op dezelfde manier zaken te doen als met een willekeurig ander. Volgens de definitie ben je dan misschien wel een familiebedrijf, maar hoef je je helemaal niet zo te voelen. Een ander voorbeeld is een DGA-bedrijf waarin alleen de eerste generatie actief is. Iemand die zelfstandig alle beslissingen neemt, zonder het aan de keukentafel te bespreken. Ook dan ben je officieel wel een familiebedrijf, maar voelt dat misschien helemaal niet zo.
Het familiebedrijf bestaat niet
De harde conclusie is dat hét familiebedrijf niet bestaat. Want al voldoe je aan de officiële definitie van een familiebedrijf, dan nog hoef je er niet naar te handelen óf je ook zo te voelen.
Bovendien: ook bínnen familiebedrijven zijn de verschillen enorm. Zo zijn er familiebedrijven met alleen een DGA. Of met alleen een broer of een zus aan het roer. Een stel dat de scepter zwaait of een heel gezin dat samen de boel runt. Of met neven en nichten, die emotioneel gezien alweer wat verder weg staan. Soms is ook dat juist ingewikkeld. Al die verschillende typen familiebedrijven hebben een eigen dynamiek, met eigen sterktes en uitdagingen. Het familiebedrijf bestaat niet.